In het prachtige Drentse Smilde staat de 19e eeuwse burgemeesterswoning met een landschapstuin van 7000m2 vol stinzenplanten.
De huidige bewoners Ingrid en Albrecht kregen het vijf jaar geleden in hun bezit en stellen nu hun leven in dienst van het monumentale huis en bijbehorende tuin.In de tuin staan monumentale bomen en veel sneeuwklokjes en andere stinzenplanten. Het seizoen start met sneeuwklokjes, krokussen en winterakonieten in het grasveld. Hoogtepunt zijn in april zeeën van blauwe bluebells en scilla’s. De tuin is nog volop in ontwikkeling.
Wat is een stins?
Een stins is een Fries woord dat zowel in Nederland als in Duitsland gebruikt wordt om een burcht of een landhuis mee aan te duiden. Een 'Stins' werd vroeger voornamelijk bewoond door adellijke/rijke families, het gewone volk bewoonde houten huizen (was goedkoper). De stinzenbollen hebben zich op de landgoederen rondom de stenen huizen in al die jaren staande weten te houden door zichzelf te vermeerderen.
Stinzenplanten zijn verwilderingsbollen.
De kans bestaat dat je nog nooit van de naam gehoord hebt. Het is dan ook een verzamelnaam voor een brede groep van planten die plantkundig niet aan elkaar verwant zijn. Stinzenplant slaat op een groep van planten die een aantal gemeenschappelijke kenmerken hebben, net zoals we spreken over de eenjarigen, de vaste planten of bv. de terrasplanten.
Wanneer bloeien Stinzenplanten?
Stinzenplanten zijn typische voorjaarsbloeiers. Ze bloeien in de vroege lente en als de zomer begint zijn ze bijna allemaal al weer verdwenen. Een kort en heftig bestaan dus. Alles moet gebeuren in een korte periode : groeien, bloeien, vruchten en zaden maken en reservevoedsel maken voor het overleven onder de grond. Licht is een belangrijke voorwaarde in hun bestaan.
Bol, knol of wortelstok
Een groot deel van de stinzenplanten overwintert als bol. Denk hierbij aan de bostulp en het sneeuwklokje. Een ander deel overwintert als knol zoals de voorjaarshelmbloem. Of als wortelstok zoals de anemoon, winterakoniet en wit hoefblad. Het zijn allemaal echte vroege voorjaarsbloeiers, als de bomen nog kaal zijn. Zij zorgen voor een uitbundig voorjaarsfeest: veelzijdig en kleurrijk.
Het woord stinsenplant is waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door de heemkundige Jacob Botke (1877-1939) in 1932, die hierbij geïnspireerd werd door de naam stinzeblomkes, die de bevolking van Veenwouden gaf aan Haarlems klokkenspel, dat daar rondom de Schierstins groeide. Na 1950 raakte de term ingeburgerd en werden stinsenplanten ook buiten Friesland gevonden, bijvoorbeeld in Groningen op borgterreinen (daar börgbloumkes genoemd), maar ook veel op de Utrechtse landgoederen.
De aanplant van Stinzenplanten kreeg een extra impuls bij de intrede van de aanleg van tuinen en parken in de Engelse Landschapsstijl. De mensen gingen uit van de natuurlijke schoonheid van heuveltjes, vijvers en meanderende watertjes, bomen en struiken.
Bekijk de inspirerende tuinvideo tuinieren met Stinzenplanten
Typische soorten stinsenplanten zijn
Voordelen Stinzenplanten in eigen tuin
- Weinig onderhoud
- Duurzame investering, omdat de bloem meerdere jaren terugkomt
- Bolgewas vermeerdert zich onder de juiste omstandigheden
- Dit (vaak vroegbloeiende) bolgewas is een perfecte voedselbron in het vroege voorjaar voor vele insecten
- Weinig eisen aan ondergrond. Alleen de doorlatendheid van de grond is belangrijk, dus de afwatering van de grond moet voldoende zijn.
Maak plaats voor wilde bloemen!
Waar stinzenbloemen zijn, zijn insecten. Waar bloemen zijn, word het leven mooier.
Lees verder op >voorjaarsbloeiers <
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in