Brugmansia is de botanische naam van een geslacht van planten in de nachtschadefamilie. In het Nederlands heet hij Engelentrompet
De planten zijn afkomstig uit Zuid-Amerika, en wel uit Peru en Chili. Intussen zijn ze als sierplant in Europa algemeen voorkomend. Uit de 7 oorspronkelijke wilde soorten zijn inmiddels honderden verschillende hybriden gekweekt voor in tuinen.
Engelentrompet is een indrukwekkende, niet-winterharde terrasplant die zowel als struik en als boom groeit.
De bloei bestaat uit grote, hangende trompetbloemen met een buisvormige kelk die naar de avond toe zoet geuren. De bloemen zijn afhankelijk van de soort wit, geel, roze, oranje of rood en kunnen tot 30 cm lang worden.
De bladeren zijn groot, soms grijzig groen, zacht, en hebben een getande, gegolfde of gladde rand. De groene vruchten zijn groot en hebben bruine zaden die op beukennootjes lijken.
OPGELET: alle delen van Brugmansia zijn giftig. Vooral de zaden zijn zeer giftig. Ook gedroogde delen blijven giftig.
Plantvoorschriften algemeen
Vanaf mei/juni kan de Brugmansia op een zonnige, lichte, beschutte plaats buiten worden gezet. Felle middagzon vermijden. Het zijn sterk groeiende planten waardoor de takken vrij broos en breekbaar zijn, daarom moeten de planten op een beschutte plaats (windvlagen) staan. Plaats de plant in potten met humusrijke, vochthoudende maar goed doorlatende grond. Zorg voor een goede drainage
Onderhoud
Brugmansia’s hebben in de zomer enorm veel water nodig bij heel warm weer zelfs meerdere keren per dag. Soms wel een emmer per dag, doordat de grote bladeren veel verdampen. Eén keer per week voedsel geven is noodzakelijk wanneer je een gezonde welgroeiende plant wilt. Voedsel zorgt ervoor dat de bladeren groen blijven en niet vergelen of afvallen.
Water geven hoeft niet als je de planten uitplant in de volle grond. De eerste weken na het uitplanten moet je zoals bij alle nieuwe aanplantingen uiteraard wel water geven bij droog of warm weer. Na enkele weken zullen de haarworteltjes zijn ingeworteld in de tuingrond en zodoende zelf kunnen instaan voor de waterbehoefte.
Engelentrompetten hebben vanaf mei wekelijks vloeibare plantenvoeding nodig. Vanaf ongeveer half augustus kunt u dat rustig afbouwen zodat de plant zich al in de late zomer op het overwinteren kan voorbereiden.
Engelentrompet verdraagt geen temperaturen onder het vriespunt en moet dus vorstvrij overwinterd worden. Dit kan je in een vorstvrije serre of veranda doen, maar wie dit niet heeft kan ze ook op zolder, een kelder of in een kamer plaatsen.
In de winterperiode, tijdens de rust van de planten moet er nauwelijks water gegeven worden. Niet dat de plant kurkdroog moet staan maar 1 keer per maand vochtig maken is voldoende.
De meeste soorten stoppen dan helemaal met groeien en de planten kunnen zelfs langere tijd in het donker staan (B. aurea, B. arborea, B. suaveolens en hybriden). Andere soorten (B. sanguinea, B. vulcanicola and B. x flava ) vereisen wel licht om knoppen te vormen. De warmteminnende soorten B. insignis en B. versicolor niet onder de 10-15 graden bewaren.
Bij het binnenbrengen kan je de plant al een flinke snoeibeurt geven. De definitieve snoei en verpotten kan in het voorjaar (maart). Brugmansia bloeit op het nieuwe hout, dat betekent dat de plant flink mag gesnoeid worden.
Als we brugmansia's al rustend laten overwinteren begint men het best in februari - maart aan de "reviving" terug in leven roepen. Heel eenvoudig geef water, meststoffen en genoeg licht. De Brugmansia's zullen snel reageren en beginnen te groeien. Als het buiten begint warmer te worden dient u ze gewoon te laten worden aan de zon. Zet ze niet dadelijk in de wind want de stam kan nog zwak zijn en dient zich te verharden in de buitenwereld. Het best wordt de plant ook nog eens verpot zodat deze nieuw voedsel krijgt om de scheuten te laten schieten.
Vermeerderen kan door stekken. Een aantal soorten is bijzonder makkelijk te stekken (suaveolens, insignis, versicolor), andere moeilijker (sanguinea,x flava,vulcanicola’, arborea, aurea, versicolor hybride flore plena, x candida). Sommige soorten wortelen probleemloos als ze achteloos op de -warme- composthoop gegooid worden
Voor stekken moet je uitgaan van verhoute (rijpe) takken uit de bloeizone. Als er stekken genomen worden van jonge, niet bloeiende delen van de plant zal het lang duren voordat er bloemen komen.
Vaak zijn er al aanzetten van wortels te zien op de takken in de vorm van kleine bobbels. Stekken kan in de zomer of in de herfst als er bij het op maat snoeien van de planten veel takken beschikbaar zijn. Snij stekken van rond de 15 centimeter, langer of korter is (zeker bij de makkelijke soorten) geen probleem. Verwijder al het blad behalve het laatste paar jonge blaadjes. Plaats de stekken in vochtige aarde en houd ze vochtig en warm.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log inMonique 1 jaar geleden
Beste, onze Engelentrompetten staan in een grote boerenkar en kan die onmogelijk verplaatsen, kunt u mij zeggen hoe ik dit eventueel zou kunnen aanpakken tegen de eventuele vorst
Raphael 1 jaar geleden
Hello,waar kan ik zaad of zaadjes krijgen van dit soort ?
Karl-Gerhard Linge 1 jaar geleden
Een mooie, niet altijd gemakkelijke plant, maar weet men er een keer mee omgaan en verzorgen, heb je een prachtige plant in huis/tuin. Hier staat dir in de serre en zij doen het prachtig 👍‼️