Livistona rotundifolia / Waaierpalm

De Livistona rotundifolia, ook genoemd, waaierpalm of parasolpalm, groeit van nature in de tropische regenwouden van Maleisië, Indonesië en de Filipijnen.

Voor wie op zoek is naar een fraaie klein blijvende palm is de Livistona zeer geschikt.
Deze tropische kamerplant groeit niet snel en kan hier een hoogte bereiken van 1,5 tot 2 meter maar dan spreken we over 10 jaar.
De Nederlandse benaming waaierpalm verwijst uiteraard naar de ronde waaiervorm van de bladeren. De bladvingers zijn glanzend groen en geveerd en ze zitten aan elkaar vastgegroeid in een waaiervorm. Ze groeien vanuit het hart van de plant. Bij oudere planten echter, gaan de bladeren meer en meer gespleten worden en verliest de plant wat aan schoonheid. De stengels zijn stekelig en staan dicht tegen elkaar aan. Met zijn sierlijke, waaiervormige bladeren mag de Livistona rotundifolia terecht een van de meest gracieuze en karaktervolle palmen worden genoemd.
Naast zijn decoratieve waarde heeft de Livistona rotundifolia nog een pluspunt: hij heeft een luchtzuiverende werking.

Plantvoorschriften algemeen
De waaierpalm is een sterke, makkelijk te verzorgen kamerplant. Zet de plant in luchtige, goed doorlaatbare potgrond, ideaal is speciale potgrond voor palmen.
De waaierpalm houdt van licht maar een plek in de felle middagzon is van het goede teveel. Bij teveel direct zonlicht zullen de bladeren verbranden. De ochtend- of avondzon kan deze plant wel bekoren. Kies dus een licht, liefst ook tochtvrij plekje, en beter niet aan een raam op het zuiden. Ook niet te dicht bij de verwarming, de plant zou daardoor vlugger gaan verdrogen en bruine bladranden krijgen.
Zoals alle tropische planten houdt ook de Livistona rotundifolia van warmte. De ideale temperatuur ligt tussen 18° en 23°C. In de zomer mag de plant naar buiten, maar ook hier weer moet je te fel zonlicht vermijden. In de winter mag hij koeler staan maar de temperatuur mag niet onder 12°C zakken.
 

Onderhoud
In de lente en de zomer mag je gul zijn met water geven. De kluit moet altijd licht vochtig blijven. Je geeft beter in één keer een flinke geut water dan meerdere keren een klein beetje. Zo ben je zeker dat alle wortels water opnemen. Let er wel op dat er geen water in de pot blijft staan, de waaierpalm houdt namelijk niet van natte voeten. In de winter moet je spaarzaam zijn met water geven. Als de onderste bladeren bruin worden, kan je die gewoon wegnemen
Palmen houden van een hoge luchtvochtigheid. Ze komen immers oorspronkelijk uit tropische en subtropische gebieden. In een warme en droge omgeving doe je er goed aan de plant te benevelen, bij voorkeur met regenwater of flessenwater, anders blijven er kalksporen zitten op de bladeren.
In de lente en de zomer mag je om de twee weken wat vloeibare plantenvoeding door het gietwater mengen. In tuincentra vind je vloeibare meststoffen, speciaal voor palmen.

Palmen houden er niet van om te worden verpot omdat dat onvermijdelijk de wortels beschadigt. Wanneer de wortels echter door de drainagegaten van de pot groeien, is het toch tijd om te verpotten. Dat doe je best in april of mei. Je kan eventueel wel elk jaar wat van de bovenste laag potgrond weghalen en vervangen door verse potgrond.