Er zijn meer dan 100 soorten, maar slechts een aantal is in de handel verkrijgbaar.
Ze bloeit met sterachtige bloemen in vele kleuren van wit naar roze tot diep rood en de bloeitijd is van ca. juni tot en met augustus. De bladeren zijn groen en ongeveer 5 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 5 cm. Verdraagt een temperatuur tot -5 gr. C. De geadviseerde plantafstand is 17 cm. (36 st. per m2.)
Deze plant is uitsluitend geschikt voor liefhebbers van een 'echte rotstuin', omdat ze nogal kieskeurig is qua verzorging, standplaats en grondsoort.
Plantvoorschriften algemeen.
Plant de knollen/wortelstokken in het vroege voorjaar (januari/maart) in goed gedraineerde kalkhoudende, bemeste grond op een zonnige plek. Schep eventueel nog wat scherp zand of fijn grit door de grond. Het is belangrijk dat de grond vocht vasthoudt, maar niet drassig wordt. Ze zijn winterhard mits ze in de wintermaanden op een droge plek in de tuin staan. De overlevingskans kan worden verbeterd door ze te beschermen met een ruit of plastic folie.
Ze kan ook best in een pot geplant worden: potgrond met wat turf en een kwart gruis voor de afwatering. In de winter de potten droog en vorstvrij wegzetten en in het voorjaar weer buiten plaatsen.
Als de plant in de schaduw staat, is de bloei minder intens, maar de kleur dieper.
Onderhoud - vermeerderen.
Tijdens de bloei voldoende water geven, maar vanaf september minderen en vanaf oktober droog houden tot het vroege voorjaar. Tijdens het groeiseizoen regelmatig voeden met vloeibare mest. Uitgebloeide bloemen verwijderen om de bloei te stimuleren. Vanaf april weer water geven. Na de bloei, de potten droog en vorstvrij wegzetten. Om de paar jaar verpotten in januari -maart. Ze is meestal niet winterhard, dus tijdens de winter droog en vorstvrij bewaren.
Ze vermeerdert eenvoudig via broedknolletjes. Laat de plant in de herfst verdrogen en knip alle stengels af. Zet de pot op een droge vorstvrije plaats. Eind begin maart de pot legen, de broedknolletjes eruit zoeken en deze oppotten. Op een lichte plaats opkweken en half april/begin mei weer buiten plaatsen. Vermeerderen door zaad is ook mogelijk. Onder de bloem vormt zich een zaaddoos. Als het zaad rijp is, oogsten, zaaien en vochtig houden tot de zaailingen verschijnen. De jonge planten verdelen in potten.
ziekten
Let tijdens de bloei op slakken en naaktslakken.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in