Muscari bevat ongeveer 30 soorten. De meeste soorten zijn extreem winterhard en groeien zo makkelijk dat ze eigenlijk in elke tuin zouden moeten staan.
Muscari verwilderen makkelijk op een plaats waar in de winter geen water kan gaan staan. Eén nadeel is echter dat de bladeren vaak afsterven voor het winterseizoen.
De muscari heeft belvormige bloemen in aarvormige trossen, ze groeit uiteindelijk uit tot wat losbloemige trosjes met een lengte tot 7 cm. De kleur varieert van licht blauw naar heel donkerblauw. Tegenwoordig is ze ook in het wit, geel, roze en meerkleurig te krijgen.
De vroege soorten bloeien in april en mei, de late in mei en juni.
De kleur van het blad is groen, aan de bovenkant lichter grijsgroen. Elk plantje heeft twee tot drie bladen. De bladeren zijn langgerekt en hebben ongeveer de lengte van de bloemsteel. Er zijn 4 groepen: Muscarimia: die zich van de andere groepen onderscheidt door de bloemvorm: die langwerpig en niet gaafrandig is, maar 6 puntjes heeft. Ze doet ook wel denken aan de boshyacinth. Leopoldia: deze groep is meestal langer dan de Muscari, met meer open punten en de afzonderlijke bloemen staan verder uit elkaar en op steeltjes. Deze groep wordt tegenwoordige gezien als een apart geslacht. Botryanthus: de bloemetjes zijn bolvormig en hebben een kleine opening. Pseudomuscari: heeft tamelijk dichtbloemige trossen bloemen, die een grotere opening hebben. Ook deze groep wordt tegenwoordig gezien als een apart geslacht.
Plantvoorschriften algemeen
De muscari koop je na de zomer en plant je tussen september en november. Plant altijd veel bollen in een groep (minimaal 25) voor een mooier resultaat.
Ze bloeien in het voorjaar. Plant de bollen in goed gedraineerde zandige grond en geef een beetje water. Ze hebben weinig voedsel of water nodig en doen het goed op een zonnige plek maar ook in halfschaduw. De muscari kan ook in een pot geplant worden. Op die manier kan het voorjaar al in huis gehaald worden. De pot moet goed waterdoorlatend zijn, dus met gaatjes in de onderkant zodat overtollig water kan weglopen. In het voorjaar zijn er kant-en-klare potjes met blauwe druifjes te koop.
Toepassingen: border, rotstuinen, onder bomen en heesters, bloemsierkunst, potterie en binnenshuis gebruik
Onderhoud - vermeerderen
De blauwe druif heeft niet veel verzorging nodig. De bol bevat genoeg voeding voor de plant om te overleven.
Druifhyacinten verdragen geen mest. Gebruik in het voorjaar compost.
Nadat de blauwe druif in het voorjaar is uitgebloeid, kunnen de bolletjes gewoon in de tuin of pot blijven staan. De bollen vermenigvuldigen zich en in de loop van de tijd komen er steeds meer bloemetjes in de tuin. Als de plantjes te dicht groeien (om de 4-5 jaar) de bolletjes opnemen als het blad geel wordt (juni-juli), verdelen en onmiddellijk herplanten – met blad – op ruime afstand (10 cm).
Om uw voorraad te vergroten, haalt u de jonge bolletjes van de moederbol af.
Plantdiepte: 10 cm
U kunt druifhyacinten vroeg in bloei brengen. Een bak met bollen drie maanden donker en koud zetten, daarna in een lichte en koele kamer.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in