Brunnera / Kaukasisch Vergeet-mij-nietje

Brunnera is een geslacht uit de ruwbladigenfamilie.

Deze familie kenmerkt zich door een speciale bloeiwijze en de (vaak) ruw behaarde bladeren en stengels van de planten.
Alle Brunnera soorten hebben wortelstokken. Nu zijn zeker niet alle cultivars even snel qua groei, wat een voordeel kan zijn in combinatie met andere planten.
Het grote voordeel van Brunnera is dat het een sterk en langlevend geslacht is (wanneer het op de juiste plek staat).
Omwille van het blad wordt deze plant vaak gebruikt in de border: het is groot en goed bodembedekkend. Dit in combinatie met talrijke mogelijkheden naar kleurschakeringen (zilver-crème-geaderd,…) maakt van Brunnera een waardevolle aspectplant.
Het blad van Brunnera is groot en ruw. De grootte neemt nog toe nadat de bloei gestopt is en krijgt dan vaak een golvende bladrand. De meeste bladeren zijn hartvormig aan een lange bladsteel. Enkel de hoger uitstekende bladeren zijn eerder elliptisch van vorm. Diverse bladtekeningen zijn mogelijk, afhankelijk van de cultivar.
De bloemetjes zijn klein en variëren van wit tot blauw, met ook tweekleurige cultivars. Ze steken met hun vertakte stelen hoog boven het blad uit, tot 30-60cm. Samen vormen ze een eindstandige tros die open en ijl is. De hoofdbloei bevindt zich tussen maart en mei. Het kan gebeuren dat er nog een tweede bloeiperiode is in de zomer. De bloemetjes ogen fragiel en hebben veel weg van het Vergeet-mij-nietje.
De plantjes worden bovendien niet aangevreten door slakken.

Plantvoorschriften algemeen
Brunnera is een plant voor woodland of bosrandsituaties.
Het voorjaar is de beste planttijd. Het najaar is een alternatief. Koop compacte planten in potten, liever dan wortelstokken.
Halfschaduw. Kaukasische vergeet-mij-nietjes gedijen niet op een zonnige, hete standplaats.
Humusrijke grond. Optimaal is voedselrijke, vochtige leemgrond. Lichte, zandige grond kunt u het beste met compost verrijken.
Brunnera macrophylla kan wel de ochtendzon hebben als de bodem altijd voldoende vochtig blijft. Deze groeit ook graag in zwaardere kleigronden.
Rassen met bonte bladeren verdragen geen zon en geen wind. Zorg voor een beschutte standplaats.
Een humeuze plek in halfschaduw of schaduw is met andere woorden ideaal,

Onderhoud
Na de bloei in juni kunnen de uitgebloeide bloemstengsels  helemaal afgeknipt worden. Soms volgt er lichte tweede bloei. Als Brunnera blad later in het groeiseizoen er lelijk of rommelig begint uit te zien, kun je het blad bijna tot aan de grond afknippen. Nieuwe, fris uitziende bladeren zullen dan weer verschijnen.
Verwijder het afstervende blad in oktober.
Sommige soorten zaaien zich gemakkelijk uit, vooral Brunnera macrophylla. Wil je niet dat Brunnera zich uitzaait, knip de uitgebloeide bloemstengels dan onmiddellijk na de bloei in juni af.
De plant verplanten zorgt voor grote bladeren. Let dan wel op voor beschadigingen!
Brunnera kan gescheurd worden, via wortelstek worden vermeerderd of in vitro. Alle cultivars komen uit weefsel gezien dit de beste garantie op soortechtheid is. Bij wortelstek zullen de adventief knoppen namelijk vaak zorgen voor groene bladeren, waardoor de bleke cultivars niet langer hun kenmerken behouden.
Ook in de tuin kan dit gebeuren: wanneer je de wortelstokken beschadigt (en zo per ongeluk een wortelstek creëert) zal je tussen de gele bladeren groene exemplaren zien opduiken.
Brunnera zaait zichzelf uit als hij op de juiste plaats staat.

Ziekten
Deze vaste planten zijn ongevoelig voor ziekten.