Incarvillea / tuingloxinia

Incarvillea delavayi
Vaste plant. Twijfelachtig winterhard bij vochtige standplaats. Afdekken noodzakelijk. Bladverliezend. Knolvormige penwortels
H 60cm en 30cm breed. Bloemen in 3 tot 10 bloemige trossen.
Bloei: juni / juli
De bladeren zijn geveerd in rozetten; 30/40 cm met 7/10 gekartelde lippen.
Hij heeft mooi varenachtig loof en in de zomer opgerichte stengels met grote trompetachtige roodpaarse bloemen.
Sterft vroeg in de herfst af.
Tuingloxinia heeft een bijzonder eigenschap. Het houdt mollen op afstand.
Plantvoorschriften algemeen
Liefst in groepsbeplanting. Zowel voor rotstuin als border geschikt.
We planten de knollen in het voorjaar.
Bij het planten houden we afstand tussen de knollen. De plantafstand bedraagt 3x de breedte van de knol. Voor de plantdiepte houden we 3x de hoogte van de knol aan.
Rijke vochtvasthoudende, maar goed doorlatende grond met volop zon en op het heetst van de dag wat schaduw.
Pakt soms moeilijk aan.
Onderhoud
Delen in voorjaar of herfst is mogelijk door scheuren, maar moeilijk.
Volgroeide planten hebben een hekel aan verstoring van de wortels.
De knollen kunnen niet tegen lage temperaturen. Je dient daarom de bodem af te dekken met bijvoorbeeld bladeren en stro of nog beter de knollen te rooien en vorstvrij bewaren.
Tuingloxinia’s in een pot kunt u beter voor de winter binnen halen en laten overwinteren op een koele vorstvrije plaats.