Deze kleine, fraaie, voorjaarbloeiende zodevormende plantjes zijn vooral afkomstig in de bergachtige streken van het Middelands zeegebied, de Balkan en Klein-Azie.
Vaste plant. h 15 cm en 60 cm breed.Winterhard / Bladhoudend
Leuke voorjaarsbloeier als randplant of in rotstuinen, en ze hangen ook graag over een tuinmuurtje. Groeit met liggende stengels, die gemakkelijk wortelen.
De groeiwijze is bodembedekkend.
Aubrieta’s zijn gemakkelijk te verzorgen planten. Ze zijn zeer populair in rotstuinen en op glooiingen. De planten vormen met hun kleine, grijsgroene, spatelvormige bladeren laagblijvende, altijdgroene zoden. De bloemen verschijnen in april en mei in zulke grote hoeveelheden dat de bladeren nauwelijks nog zichtbaar zijn. De bloemen van deze wintergroene rotsplanten zijn meestal blauw tot rozerood.
Plantvoorschriften algemeen
Aubrieta’s kunnen zelfs nog in de voegen tussen stenen en tegels helderbloeiende tapijten vormen. In een rotstuin zijn aubrieta’s in hun element. Aan een stapelmuur en op muurkappen voelen de planten zich eveneens thuis. Ze hangen er schilderachtig omlaag. Als omlijsting van borders zijn aubrieta’s zeer aan te bevelen, omdat ze laag en compact groeien en lang leven. Langs een tuinpad geplant, komen ze bijzonder goed uit. Ze verzachten de scherpe lijnen van de zijkanten, zonder het pad te overwoekeren.
Het best in volle zon en een kalkhoudende niet te arme grond. Maar eigenlijk is het een plantje dat zowel wat grond als standplaats weinig eisend is. Het groeit compacter in een rotspartij of tussen stenen, maar voelt zich ook goed langs een pad, rand van een border of op een helling.
Heeft goede drainage nodig.
Wie op zware grond zit mengt best wat zand door de grond. ( verh 1/3 )
Voorzie 10-12 planten/m2.
Zaaien:
Zaai van januari tot april dun in bakken met vochtige zaaiaarde. Het zaad niet afdekken. Opkweken bij een temperatuur van 12-15°C. Na vier tot vijf weken de jonge planten in potten van 8 cm verspenen. Plant de zaailingen zodra ze sterk genoeg zijn. Vroeg gezaaid, bloeien ze al in het eerste jaar.
Onderhoud
Aubrieta moet geregeld worden gestekt of gescheurd. Na drie tot vier jaar wordt het centrum kaler. De groei en bloei verplaatsen zich van binnen naar de buitenrand. Na de bloei kan de plant worden gestekt door stukjes stengel met blad in een licht mengsel van zand en compost te steken. Scheuren van de plant kan ook na de bloei. Jonge of gescheurde planten kunnen ter plaatse worden uitgeplant. Let in het begin goed op het vochtgehalte van de grond en geef zo nodig water.
Geef geen verse mest of mest met een hoog aandeel stikstof.
Ziekten
Kale stukken in de altijdgroene zoden wijzen op vorstschade. Als de planten in de zomer te veel stikstof houdende mest krijgen, zijn ze gevoeliger voor vorst. Geef daarom alleen compost. Graaf beschadigde planten op en zet de nog groene delen van de plant er weer in.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in