Nothofagus antartica / Schijnbeuk

Boom. Winterhard.
De hoogte als boom is na 10 jaar is 8 m. Als meerstammige struik door snoeien slechts 2m.
Er zijn vele redenen waarom deze boom uitermate populair is geworden bij toonaangevende tuinarchitecten in ons land. Deze boom of struik, hij komt namelijk voor met een en meer stammen, heeft heel aparte kleine blaadjes met karteltjes, die ook een heel mooie goudgele herfstkleur krijgen. Als het blad afvalt, zijn twee andere aparte eigenschappen te bewonderen. De stammen hebben verdikkingen van een lichte kleur, lenticellen genaamd. Ook de takken zijn bijzonder. Zij vormen een visgraatachtige vertakking die eigenlijk op zijn mooist te bewonderen is in de winter.
 
Plantvoorschriften
Zon - halfschaduw.
Een beschutte plaats is belangrijk voor alle schijnbeuk-soorten, want zij zijn gevoelig voor ruk-en valwinden. Er breken gauw takdelen af.
Schijnbeuk staat het mooist als solitair in de zon of halfschaduw. Hij houdt niet van een kalkrijke bodem, maar groeit het liefst op vochthoudende humusrijke grond.
Onderhoud
Boom- of struik: kwestie van snoeien
Om een boom te vormen laat je de schijnbeuk gewoon groeien: vorm en stam van 1,5 - 2 meter hoogte. Hou wel maar één harttak aan. Van nature bestaat de neiging om twee harttakken te vormen. Op de foto van Nothofagus als boom is er weinig zorg aan besteed om een goede boom te vormen. Om een stam te vormen worden de zijtakken verwijderd gedurende het groeiproces. Is de stam van voldoende lengte, dan wordt er niet meer gesnoeid.
 
Een struikvorm ontstaat door de harttak terug te snoeien, wanneer de gewenste hoogte van de struik is bereikt. Daarna niet meer snoeien, hooguit een verdere uitgroei van de harttak terugnemen.
Wanneer de onderste gesteltakken worden aangehouden en als ze in aanraking komen met de grond, dan zullen deze takken spontaan wortel schieten. Dit moet goed in de gaten gehouden worden. Anders ontstaat een oerwoud aan zogenoemd opslag vanuit deze gesteltakken.
Ziekten
Schildluis-meeldauw