Petunia is de botanische naam van een geslacht van planten in de Nachtschadefamilie.
Veel van de in tuinen voorkomende petuniasoorten zijn hybriden. Het geslacht is nauw verwant aan Nicotiana; de naam zou zelfs afgeleid zijn van het Braziliaanse woord 'petun' (= tabak). Er is ook een meerjarige plant gekweekt als eenjarige. Petunia's worden in twee groepen ingedeeld: de Grandiflora-variëteiten met grote bloemen en de Multiflora-variëteiten die bossiger zijn en meer kleine bloemetjes produceren. In ons land worden petunia's vooral aangewend als perkplant of als rijk bloeiende kuip- of potplant voor op het terras of balkon. Sinds een tiental jaar is er nu ook de hangpetunia of de Surfinia, die veel gebruikt wordt in bloembakken die op de vensterbanken staan. Deze surfinia's hangen veel dieper af dan de petunia's.
Plantvoorschriften algemeen: Petunia's houden van een zonnig warm plekje. Ze worden meestal toegepast in potten en balkonbakken. Gebruik in potten en bakken altijd goede bemeste grond. Het toevoegen van langdurig werkende mestkorrels en vochtophoudende korrels werkt goed. Gebruik potten die voorzien zijn van een drainagegat en bedek de bodem met een laagje hydrokorrel. Rond eind april, begin mei kan je de bloeiende plantjes in potjes kopen die je dan onmiddellijk kan planten. Plantafstand: 20 cm. Snijd alle bloemen en knoppen weg voordat u ze plant. De plantjes kunnen dan beter wortelen.
Zaaien: Petuniazaad is zo fijn als stof. Meng het met wat zand om het zaaien gemakkelijker te maken. Zaai in maart in een zaaibakje gevuld met zaaigrond. Dek het zaad niet af, maar druk de aarde licht aan. Besproei met een nevelsproeier. Zet de zaaibak op een warme (18/20°C) en lichte plaats. Hou de grond vochtig tot de eerste blaadjes 7 dagen later verschijnen.
Verspenen doe je als de plantjes 2/3 blaadjes hebben. Haal ze uit de zaaibak en plant ze in potjes met gewone potgrond. Zet deze ook weer op een warme zonnige plaats. Laat ze wennen aan de buitenlucht door ze op de warmste uren van de dag buiten te zetten. Dit noemen we afharden.
Onderhoud: Als je petunia’s pas geplant hebt, geef je best regelmatig water tot ze zijn aangeslagen. Ook daarna houden petunia’s van een geregelde douche. Op warme zomerdagen hebben ze zelfs dagelijks water nodig. Te veel water is echter nooit goed, want dan rotten de wortels en riskeer je schimmelvorming. Het potmengsel mag niet uitdrogen tussen de gietbeurten in. Vooral in potten moet je ervoor zorgen dat de grond altijd vochtig is, deze kunnen in deze zon heel wat vocht opslorpen. De meeste petunia's hebben regelmatig voeding nodig. Als de bladeren paars of geel worden, is het zover. Geef ze 4-6 weken na het planten vloeibare plantenvoeding in het gietwater. In bakken met langwerkende mestpillen iets later. Pas toch op voor te veel vloeibare plantenvoeding, omdat je soms als resultaat te veel blad en minder bloemen krijgt. Verwijder de uitgebloeide bloemen. Snoei slordig uitgegroeide planten aan het eind van de zomer flink in, dan gaan ze opnieuw bloeien. Stekken kan in het najaar. Na de eerste vorst kan je de plantresten verwijderen.
Ziekten: Virale bladziekten komen al eens voor, evenals kroonrot, botrytis cinerea, fusarium. Controleer of de planten niet ten prooi vallen aan slakken. Check bodem, stengels en bladeren, want slakken zijn verzot op petunia's. Meeldauw. Bladluizen.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in