Bellis perennis / Tuin Madeliefje (soort)

Bij deze planten gaat het om gekweekte vormen van de inheemse grasmadeliefje.

De Bellis perennis voor de tuin is een luxe uitgave van het madeliefje in de weide, het is dus een inheems bloempje.
Madeliefjes zijn doorlevende vaste planten die vaak als tweejarige worden geteeld.
Ze hebben krachtige rozetten van frisgroene, spatel tot omgekeerd eivormige bladeren en bereiken een hoogte van 10-20 cm.
De bloemen worden bijzonder groot en bereiken, afhankelijk van het ras, een doorsnee van maximaal 7 cm. Ze zijn half tot dichtgevuld en bloeien in witte, roze of rode tinten, maar ook tweekleurig.

In de handel is niet alleen het zaad van de gewone, enkelvoudig bloeiende grasmadelief verkrijgbaar, die in de natuur op gazons en weilanden voorkomt, maar ook diverse rassen, vaak als series. De planten van de ‘Pomponette’serie worden ongeveer 15 cm hoog en hebben vrij kleine, pomponachtig gevulde bloemen. Ze zijn zowel als zaadmengsel verkrijgbaar als in de afzonderlijke kleuren rood, roze en wit. De series ‘Carpet’ en ‘Goliath’ worden in dezelfde kleuren aangeboden, zij het dat ‘Carpet’ een hoogte bereikt van 15 cm en ‘Goliath’ op een optimale standplaats zelfs 20 cm. Bijzonder aan te bevelen is ‘White Carpet’ door haar mooie, compacte groeiwijze. Met ‘Sweetheart’ maakt u een goede keuze als het u vooral om witte en roze tinten gaat. Recordhouder met bloemen van 7 cm doorsnee is de serie ‘Super Enorma’, verkrijgbaar in wit, roze of rood en als mengsel

Plantvoorschriften algemeen
Madeliefjes komen vooral goed uit als ze in grotere groepen worden geplant. Als perk- en borderplanten worden madeliefjes van oudsher zeer gewaardeerd. Met de laagblijvende bladrozetten zijn de planten zeer geschikt als omlijsting. Als u weet in welke kleuren ze bloeien, kunt u ze ook in bepaalde patronen planten.
In schalen en plantenbakken kunnen ze het terras, het balkon of de entree verfraaien en er voor vroege bloemenweelde zorgen.
Zon tot halfschaduw. Madeliefjes bloeien het mooist op een zonnige of halfbeschaduwde standplaats. Voedselrijke grond, die bij voorkeur ook wat leem bevat en niet snel mag uitdrogen. Bij droogte hebben de planten veel water nodig.
Zelf opgekweekte of gekochte jonge madeliefjes op 20 cm onderlinge afstand planten.

Zaaien:
Tussen half juni en half juli het zaad breeduit op een beschaduwd zaaibed of in de koude bak zaaien. Licht met aarde afdekken, aandrukken en water geven. U kunt ook in augustus binnenshuis zaaien en bij 18°C laten kiemen. Zodra de bladeren verschijnen, in afzonderlijke potjes verspenen.
Krachtige zaailingen kunt u al in het najaar op de bestemde plaats planten.

Scheuren
Men kan ook door scheuren vermeerderen, dat is echter alleen aan te bevelen bij bijzonder mooie planten. Tijdens de bloei moet men deze reeds uitkiezen; als ze uitgebloeid zijn snijdt men de bloemen er uit, zodat er geen zaad gevormd kan worden en de plant gedwongen wordt alle kracht te benutten om opnieuw uit te lopen. Als dat gebeurd is, haalt men de planten uit de grond, scheurt ze in kleine stukken, waaraan voldoende wortels moeten blijven zitten en poot deze op de gewone wijze uit. Mocht het na het planten warm en droog worden, dan moeten de bedden met gescheurde madelieven iedere dag licht gesproeid worden

Onderhoud
Bij droog weer regelmatig water geven. Uitgebloeide bloempjes verwijderen stimuleert de planten te herbloeien.
Madeliefjes kunnen zelfs in volle bloei worden verplant. Dit maakt het mogelijk de kleuren goed op elkaar af te stemmen. Enkele rassen kunnen al in het najaar van het eerste jaar bloeien als ze vroeg zijn voorgekweekt.

Ziekten
Bij vochtig weer kunnen madeliefjes soms door grauwe schimmel worden aangetast. Kenmerkend symptoom is een muisgrijze aanslag op de stengels of bladeren, die ten slotte rotten.Vernietig aangetaste delen. Zorg dat bij het water geven de bladeren en bloemen niet nat worden.