Tropaeolum / Oostindische kers


Door tuin.fr.gr

Afbeelding bij Tropaeolum / Oostindische kers


Tropaeolum is een geslacht van planten, uit de familie Tropaeolaceae. Het geslacht komt voor in Centraal-Amerika en Zuid-Amerika
Ze is een eenjarige plant en het is belangrijk om te weten dat er 2 soorten zijn:
Tropaeolum majus = groot en rankend, tot wel 2 meter lang of hoog. Ze slingert net zo graag als dat ze over de grond kruipt.
Het is een ideale plant om in de tuin zijn gang te laten gaan en zich door de border te weven of onder fruitbomen te laten kruipen.
Ook geschikt voor potten en baskets.
Gevolgd door ronde vruchtjes. bloei: Juni / okt
Tropaeolum nanum = klein en niet rankend, de planten worden dan zo’n 40 x 40 x 40 centimeter. Vroeger werd dit Tropaeolum minus genoemd maar ik zie steeds vaker de naam nanum dus houd ik die ook maar aan. En soms zie je bij rassen van deze soort ook ‘Tom Thumb-type’ vermeld staan.
 
De groeikracht is het enige verschil tussen de nanum en de majus (oftewel de Mini en de Maxi). De andere eigenschappen zijn hetzelfde: de bijna ronde blaadjes, Trompet achtige bloemen in de kleuren van crème, geel, oranje, rood, rozerood, abrikoos, perzik, zalm en zeer donkerrood en alle schakeringen daar tussenin (soms zelfs met wat vlekjes in een contrasterende kleur). Ook de bladkleur kan trouwens per ras verschillen, het kan zachtgroen, blauwgroen, donkergroen en zelfs witbont zijn.
 
Tropaeolum bloeit lang, heel lang zelfs. Die bloei begint rond eind juni (mede afhankelijk van de zaaiperiode en het weer) en gaat door tot ver in de herfst. In een zachte herfst hebben we wel gezien dat  planten eind november zelfs nog wat bloemen produceerden. Uiteindelijk zakken ze in elkaar na een paar nachtvorsten en dan zijn zeker de planten van uit rankende Tropaeolum majus groep prima voor de composthoop; veel zacht blad en sappige stengels leveren relatief veel compost op.
 
Oost-Indische kers is trouwens niet alleen mooi, ze is ook eetbaar, en lekker! De bloemen hebben een licht pittig-peperig-poederige smaak, geweldig mooi en lekker in salades of bijvoorbeeld op een smeerseltje op plakjes stokbrood. De blaadjes zijn wat peperiger dan de bloemen en ook lekker en mooi in salades, voorgerechten, etc.. En tot slot zijn ook de verse, groene, onrijpe groene zaden eetbaar; die zijn het pittigst, lekker knapperig en qua gebruik enigszins vergelijkbaar met een extra sterk radijsje. Die onrijpe zaden zijn ook erg leuk om in bijvoorbeeld zoetzuur in te maken, je kunt er zelfs een soort alternatief voor kappertjes van maken.
Plantvoorschriften algemeen
Zonnige standplaats. Wie veel bloemen wil, kan deze planten best kweken in niet al te rijke grond. Humus doet immers vooral het blad groeien en dat is nadelig voor de bloemvorming.
Zaaien:
Zaai de grote zaden ergens tussen eind maart en eind mei voor. Je kunt ze zeker ook nog later zaaien, ik heb wel gezien dat zaden die in juni werden gezaaid nog bloeiende planten opleverden (handig voor een plekje in de tuin dat leeg komt). Maar voor een lange bloei vanaf eind juni tot ver in de herfst zaai je uiteraard liever wat vroeger). Zaai de zaden niet te nat want ze rotten dan gemakkelijk. Bij kamertemperatuur kiemen de zaden binnen 10 dagen, in een kas kan het kiemen (door de koelere temperaturen) een paar dagen tot een week langer duren.
 
En je kunt ook buiten zaaien, vanaf mei terplaatse in ondiepe plantgaatjes op 30 tot 50cm uit elkaar. Leg er telkens 3 zaden in. Bedek en duw de aarde licht aan. Besproei met een nevelsproeier. Hou de grond vochtig tot de blaadjes verschijnen na 14 dagen.
Uitdunnen: Als de plantjes 2/3 blaadjes hebben haal je de zwakste exemplaren weg en hou van ieder groepje één exemplaar over.
 
Geef de zaailingen een plekje in de volle zon of halfschaduw, maar ook in de schaduw zullen de planten nog bloeien (maar minder rijk).
Bij laagblijvende soorten bevorderd toppen een bossiger groei.
Klimmers kunnen in het begin naar de steun geleid worden. Daarna doen de zelfrankende stengels de rest.
Onderhoud
Haal regelmatig de uitgebloeide bloemen weg.
Haal de stengels weg die op hun uiteinde zwarte bladluizen hebben en spuit op de andere een insecticide.
Geef in de zomer regelmatig water in droge periodes aan de voet van de plant. Let er op dat u de bladeren niet nat maakt.
Trek na de eerste vorst de plantenresten uit.
Tot slot: het oogsten van zaden gaat heel gemakkelijk; als je de planten in de herfst opruimt zie je vanzelf een flinke hoeveelheid zaden liggen.
Deze zaden (niet meer groen maar ondertussen bruin en nat) kun je oprapen, even wassen en een week of 2 goed drogen.
De zaden blijven zo’n 4 jaar kiemkrachtig.
Ziekten
Oost-Indische Kers trekt luis aan. Het is jammer dat planten in een siertuin daar wat last van kunnen krijgen maar het is tegelijkertijd ook een positieve eigenschap: door deze planten in de buurt van luisgevoelige planten (zoals bonen) komen de luizen naar de Oost-Indische Kers en blijven ze vaak af van de bonenplanten. Aan de andere kant: er zijn meer jaren dat we helemaal geen last van luizen in deze planten hebben dan jaren dat ze er wel last van hebben.

 

0
Inloggen is verplicht

Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn

Log in
Er zijn nog geen reacties.
Afbeelding bij Klimplanten soorten: welke klimmer voor schutting of pergola?
Klimplanten

Klimplanten soorten: welke klimmer voor schutting of pergola?

Ben je op zoek naar een klimplanten soort welke je kan plaatsen bij pergola of schutting? In dit artikel staat een handig overzicht van zelfhechtende, groenblijvende tot bloeiende klimmers


Door Linda

Afbeelding bij Het hele jaar een bloeiende klimplant
Klimplanten

Het hele jaar een bloeiende klimplant

Dus als je een beetje slim kiest, kun je op vrijwel elk moment van het jaar hun prachtige bloemen bewonderen – ook in de winter


Door Tuindingen

De Tuindingen nieuwsbrief

Ontvang iedere week de leukste en groenste nieuwsbrief vrijblijvend in je mailbox