Het geslacht telt een 20-tal soorten, allemaal doorlevende bolgewassen.
De bloemen zijn solitair en groeien vanuit een vliezig schutblad. De bloem heeft kelk- noch kroonbladen maar twee keer drie bloemdekbladen. Sneeuwklokje is tweeslachtig, dit wil zeggen dat elke bloem zowel mannelijke als vrouwelijke delen draagt.
Ondergronds heeft Galanthus een bol die bestaat uit de bolschijf (platte gedeelte onderaan, eigenlijk de stengel) en de rokken (eigenlijk de bladeren). De buitenste rokken zijn vliezig en verdroogd tot bruine omwindsels die de bol beschermen. Vanuit deze bol verschijnt in de winter-vroege voorjaar de bloeiwijze en het blad.
Sneeuwklokjes groeien in pollen en breiden makkelijk uit zodat ze in kolonies groeien.
De zaden van Galanthus worden verspreid door mieren, omdat er een elaisoom of ‘mierenbroodje’ als aanhangsel aan het zaad te vinden is. Dit is een deel van de zaadhuid en bevat veel suiker en vet. De mieren slepen dit mierenbroodje (en dus ook het zaad) mee naar hun nest waar ze het broodje als voedsel aan de larven geven.
Galanthus is giftig. Door inname bestaat de kans op diarree of braken.
Plantvoorschriften algemeen
Plant de Galanthus in het najaar in vochtige, goed doorlatende kalk- en humusrijke grond in de halfschaduw. In het wild zijn het bosbloemen, ze houden van een vochtige voedingsbodem. Zandgrond is ongeschikt. Plantdiepte 5/10cm - plantafstand 5cm
De beste planttijd is dadelijk na de bloei of in de nazomer als de kleine bolletjes op de markt komen. De bollen kunnen uitdrogen, dus plant ze onmiddellijk na aanschaf. Na het planten direct water geven.
Geen mest geven, anders bloeien ze matig en produceren ze voornamelijk bladeren. De Galanthus kan geplant worden onder bladverliezende houtige gewassen, op lichte, bosachtige standplaatsen, in gras, in perken en borders. Liefst in groepjes aanplanten.
Plant ze niet te ondiep en hou er rekening mee dat de bollen het eerste jaar minder goed bloeien.
Soms slaan ze iets moeilijker aan, andere keren zaaien ze massaal uit.
Ook zaaien kan goede resultaten geven. Druk de zaadkapsels eenvoudig ter plaatse in de grond.
Onderhoud
De Galanthus is zeer onderhoudsvriendelijk en vraagt weinig zorg wanneer ze eenmaal is geplant. Voorzie in het najaar de planten van een laagje mulch of compost. Laat het loof van de uitgebloeide sneeuwklokjes volledig afsterven, de bollen halen hieruit hun voedsel. Staat ze in een grasveld, maai dan niet tot ze volledig is afgestorven. Zorg ervoor dat de sneeuwklokjes in de zomer niet uitdrogen. Geef ze bij extreme droogte eenmalig flink wat water. Staan de sneeuwklokjes in een pot, zorg dan dat de aarde niet uitdroogt
Een gift kunstmest in het najaar bevorderd het bloeiresultaat.
Omdat de Galanthus zich snel uitbreidt tot grote pollen, kan ze goed vermeerderd worden door de pollen voorzichtig op te graven, te delen en terug te planten. Ze vermeerdert zich het snelst als dit gebeurt ver na de bloei tijdens de zomer. In mei als het loof nog niet is afgestorven kan ze ook gedeeld worden, maar dat kan het 1 tot 2 jaar duren voordat ze doorgroeit. Doe dit voorzichtig als de bladeren nog groen zijn en de grond vochtig is. Na het uitplanten goed water geven.
Zo kan binnen een paar jaar een veldje Sneeuwklokjes gerealiseerd worden!
Ziekten
Grote narcisvlieg - muizen - slakken - wortellesieaaltje - knolrot - vuur
Galanthus nivalis
Galanthus nivalis (Gewoon Sneeuwklokje) wordt 10-15cm hoog en bloeit meestal van januari tot eind februari. nivalis staat voor ‘wit als sneeuw’ en de plant wordt al eeuwen gezien als teken van hoop, het einde van de koude winter.
De bollen zijn ongeveer 1.5cm groot en de plant heeft smalle bladeren die lichtjes blauwig zijn maar toch vooral groen van hoofdtoon. Ze staan recht tegenover elkaar. De bloemen hebben drie grote bloemdekbladen en drie kleine. De kleine hebben onderaan een hartvormige rand en een groene vlek.
Na de bloei volgen de vlezige groene zaadcapsules die meestal vlak in de buurt van de moederplant vallen. In onze streken ontkiemen deze echter moeilijk.
Galanthus woronowii
Bollen. Zeer winterhard. Hoogte tot 20cm
Heeft breed riemvormig, opgericht, matgroen blad. De witte bloemen zijn tot 2,5cm groot. Het groen op de binnenste bloemblaadjes beslaat minder dan de helft van het binnenste bloemblad.
Bloei: febr-maart. Geurend.
Na de bloei volgen de vlezige groene zaadcapsules die meestal vlak in de buurt van de moederplant vallen. In onze streken ontkiemen deze echter moeilijk.
Hier vermeerderen ze zich gemakkelijker door de aanmaak van bijbolletjes.
Het blad is helaas wel wat gevoeliger voor vorst dan zijn soort genoten Galanthus elwesii en Galanthus nivalis.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in