Een geslacht met +-15 soorten knolvormige planten, die in het wild in het Middellandse Zeegebied voorkomen. Cyclamen zijn knolgewassen.
Je herkent Cyclamen makkelijk doordat ze allemaal een zilverachtige tekening op hun bladeren hebben. De blaadjes hebben een omgekeerde hartvorm en blijven vaak tot het voorjaar decoratief.
Sommige bloeien in de zomer, andere in de herfst of de winter. De bloemkleur varieert van wit tot rood en paars en alle schakeringen daartussen.
De bloemen hebben de vorm van een pluimballetje, met scherp teruggebogen kroonblaadjes
Tuincyclamen krijgen bloemstengels van zo’n 7 tot 15 centimeter hoog.
Na de bloei krullen de bloemstengels naar beneden. Na enige tijd breken de zaaddozen open en kunnen er kiemen ontstaan.
Huiskamercyclamen krijgen grotere bloemen dan de tuincyclamen, net zoals snijcyclamen. Die laatste hebben ook langere (circa 20 centimeter) stengels en een heerlijke geur.
Verschillende soorten zijn winterhard en doen het goed op een open plek of in de beschutting van bomen en grote heesters. Ze bloeien van de nazomer tot mei en hebben de rest van het jaar nog hun decoratieve bladeren, sommige soorten verspreiden een aangename geur.
Cyclamen kunnen gemakkelijk tientallen jaren oud worden. Er zijn zelfs al exemplaren ontdekt van meer dan 100 jaar, waarvan de knol een omvang had van meer dan 30cm.
De plant bevat laxerende eigenschappen en werd in de Oudheid dan ook als ‘medicijn’ toegepast. De plant bevat cyclamine, een saponine (zeepstof) die door de plant geproduceerd wordt om bijvoorbeeld insectenvraat tegen te gaan. Inname door de mens veroorzaakt overgeven
Plantvoorschriften algemeen
Er zijn twee manieren waarop je de cyclaam in de tuin kunt planten. Je kunt er voor kiezen de plant als potplant te planten of juist te gaan voor het planten van de knollen.
Het planten van de potplant is een stuk gemakkelijker en je bent op die manier zeker van de kleur van de bloemen. Daarnaast kan het lastig zijn om knollen in rust aan de groei te krijgen.
Extra voordeel is ook dat je precies ziet welke cyclaam je koopt en wat de kleur van de bladeren en bloemen is. Bloeiende cyclamen kunt u nog planten zolang de grond niet te nat en niet bevroren is.
Als je meerdere cyclamen wilt planten, houd dan ongeveer rekening met een ruimte van twintig centimeter tussen de verschillende cyclamen.
Let er voor en tijdens het planten op dat de plek waar je plant niet té nat is. Heeft het flink geregend de afgelopen dagen? Dan kun je het best nog even wachten met planten.
Geef na het planten wel voldoende water om de plant de mogelijkheid te geven goed te aarden. Blijf echter wel altijd opletten dat de cyclaam niet té natte voeten krijgt. Daarnaast is het verstandig om voor de eerste kou een extra laag compost of mulch op de grond rondom de cyclamen te leggen. Deze laag zal de cyclaam extra beschermen tegen de vorst.
Planten van bollen:
Plant herfstbloeiers in juni/juli, winterbloeiers in september.
De planten houden van een schaduwrijke plek, onder struiken of onder het bladerdak van een boom.
Plant de grote, platte knollen in humusrijke, goed gedraineerde grond op een plekje in de halfschaduw.
Leg de knollen voor het planten een paar uur in een bak water. Op die manier wortelen ze sneller. Verrijk de grond met landbouwkalk, Mergel, beendermeel of verpulver eierschalen.
Plant ze net onder het oppervlak een beetje schuin zodat het water ervan af kan lopen.
Dit met maximum 5cm grond boven de bol. Niet dieper. De platte kant bovenaan.
Goed winterharde exemplaren kunnen ook prima in pot, op het terras of balkon.
Opgelet: de grootbloemige en opvallende Cyclamen die je tijdens de wintermaanden in veel tuincentra kan vinden, komen meestal voort uit C. persicum. Deze zijn bedoeld om te houden als potplant binnenshuis want ze zijn zeer vorst gevoelig.
Onderhoud - vermeerderen
Na de bloei bemesten zorgt voor een rijke bloei in het volgende jaar.
In de winter kunt u ze het best beschermen met een flinke laag compost of bladaarde met kalk.
Als het zaad rijpt, rolt de bloemsteel zich spiraalvormig op en komt zo vlak boven de knol te liggen. Op die manier wordt het zaad in de aarde begraven. Het is mogelijk zelf zaad op te kweken. Oogst de kleverige zaden in de zomer als de zaaddoosjes open breken. Droog ze een paar dagen en strooi in een bak gevuld met zaaigrond. Bedek de zaadjes met een laagje aarde, geef water en zet de bak op een beschutte plek. In de herfst verschijnen de zaailingen. Houd ze voldoende vochtig, maar laat ze verder met rust zodat de knollen gevormd kunnen worden. Zet in juni van het tweede jaar de zaailingen in aparte potjes met potgrond en wat vloeibare mest. In het derde jaar zouden de nieuwe zaailingen moeten bloeien. In februari kan de knol worden vermeerderd door deze in stukken te snijden.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in