Salvia / Salie (soort beschrijving)

Salie wordt niet alleen in een kruiden- of moestuin toegepast maar ook in de border in combinaties met vaste planten. Meerjarige salie of salvia is een plantengeslacht met veel soorten en een graag geziene gast in de meeste tuinen.
Het is een plant die volop bijen en hommels aantrekt.
Plantvoorschriften algemeen
Koop in het voor- of najaar salie planten in potten.
Zon. Salie gedijt het best op een warme en zonnige plaats. Ondanks het feit dat de plant uit een behoorlijk koud gebied komt is het raadzaam hem een beschutte standplaats te geven, zeker deze met bonte bladeren.
Humusrijke, matig droge grond. Werk bij het planten een beetje kalk door de aarde.
U kunt ook vers zaad kopen en de planten zelf opkweken. Zaai vanaf april op de vensterbank, vanaf mei in de volle grond. Gekochte jonge planten mogen vanaf april in de tuin, zaailingen vanaf mei.
Onderhoud
zomer: Alleen bij aanhoudende droogte gieten. Salvia nemorosa na de bloei flink terugsnijden, zodat de planten nog een keer bloeien. De grond met compost bedekken. Salvia officinalis in vorm snijden
Najaar: Salvia nemorosa voor het invallen van de vorst op een handbreedte terugsnijden. De bonte rassen van S. officinalis zijn vorstgevoelig en moeten met rijshout worden afgedekt
Salie heeft weinig onderhoud nodig. Komt de plant te hoog of wordt de bloei wat minder, dan kan hij wat teruggesnoeid worden.
Snoei wordt redelijk goed verdragen, als er aan het eind van de winter wordt gesnoeid.
Ziekten
Salie is weinig onderhevig aan ziekten of insecten. Soms slakken.

Salvia officinalis (hoofd foto) is een bekend keukenkruid. Er zijn ook talrijke rassen die vooral een decoratieve functie hebben. De zuivere soort is een compacte, altijdgroene halfheester die 30-60 cm hoog kan worden. De kruidig geurende, elliptische bladeren zijn grijsgroen. Van juni tot augustus verschijnen de slanke, aarvormige bloeiwijzen met lila bloemen. De rassen onderscheiden zich vooral door de kleur van de bladeren. Die van ‘Aurea’ zijn goudgeel, die van ‘Berggarten’ zeer breed en grijs. ‘Purpurascens’ heeft dofviolette bladeren, ‘Tricolor’ bloeit violet en heeft grijsgroene bladeren met purperroze vlekken. Kenmerkend voor ‘Icterina’ zijn de blauwe bloemen en geel-bonte bladeren. ‘Albiflora’ is een witbloeiend ras.
Men gebruikt Salie in sauzen en bij vette gerechten (varkensvlees, eend, schaap ….). Ook vette vissoorten houden van dit kruid,
Kruidenazijn en kruidenolie vragen ook om wat Salie.
Gefrituurde Salieblaadjes worden geserveerd bij pasta’s of als garnituur bij koude schotels; ook bij Parmaham met een fris slaatje. Voorzichtigheid is geboden met dit kruid: kleine hoeveelheid zorgt reeds voor een maximaal effect.

Salvia lavandulifolia lijkt op S. officinalis, maar groeit compacter en wordt slechts 20-30 cm hoog. De bladeren zijn kleiner en smaller. Deze soort is volledig winterhard.

Salvia nemorosa,
Ook wel zomersalie genoemd, groeit stijver en wordt 80 cm hoog. Deze vaste plant heeft mat groene, gerimpelde, ovale tot lancetvormige bladeren. De  kleurige bloemen verschijnen in juli en augustus in losse, aarvormige bloeiwijzen. De in de handel verkrijgbare rassen worden slechts 40 tot 50 cm hoog.

Salvia microphylla, in alle tinten wit, roze, paars, rood, geel, lila, … van eind mei tot de eerste vorst. Salvia microphylla past met haar 30 tot 50 cm hoogte op zowat elke plek. Ze zijn betrekkelijk winterhard ondanks hun frêle uiterlijk en Mexicaanse roots, tot -10 °C. Altijd groene, licht verhoutende halfheester. 
 De bekendste is ‘Hot Lips’, met rood-met-witte ‘lippen’. Ze oogt grappig, maar er zijn beslist veel mooiere kleuren en combinaties voor de tuin, zoals de lichtblauwe ‘Bleu Merced’, de botergeel met zachtrode ‘La Mancha’, of ‘Nachtvlinder’, met dieppaarse, fluweelachtige bloempjes. Houd je van rood, neem dan ‘Royal Bumble’. De bloemen zijn niet alleen mooi, ze zijn ook nuttig –bijen en hommels komen er in de herfst nectar tanken – en lekker. Strooi ze over salades en desserts; elke cultivar heeft zijn eigen (fruit)smaak.