In heel wat legenden is het Lievevrouwebedstro het wiegenstro van het kindje Jezus.
Galium is een geslacht uit de sterbladigenfamilie met eenjarige of overblijvende kruidachtige planten. Het geslacht komt met 400 soorten voor in de gematigde zones van beide halfronden.
Lievevrouwebedstro is een in onze streken winterharde vaste plant.
Het is een laagblijvend kruid (15 centimeter), dat zich via zijn dunne wortelstokken langzaam kan uitbreiden, zonder dat het echt gaat woekeren.
Aan de rechtopstaande, vierkante stengeltjes staan kransen van een achttal blaadjes, die elk ongeveer een halve centimeter breed en ongeveer drie centimeter lang zijn. De blaadjes zijn aan de rand ruw behaard
In mei bloeit het kruid met platte, vertakte trosjes witte, kruisvormige bloemetjes.
Na de bloei ontstaan bolvormige vruchtjes met een doorsnede van enkele milimeters, die haakvormige borsteltjes bezitten waarmee ze zich kunnen vasthechten aan kleding of aan de vacht van passerende dieren.
Een aftreksel van verse bladeren is weldadig als voetbad - geen overdadig gebruik.
Om de aangename geur, vooral van de gedroogde plant, wordt deze voor meiwijn gebruikt.
Plantvoorschriften algemeen
Lievevrouwebedstro gedijt het best in frisse (vochtig maar niet winternat), humusrijke bodem in schaduw tot halfschaduw.
Een plekje in de zon is ook mogelijk, maar echt goed gedijen zal het kruid daar niet.
Toepasbaar als onderbegroeing in eik en beukenbos.
Onderhoud
Vormt uitlopers.
Moeilijk uit zaad op te kweken. Vermeerderen kan makkelijker door planten te scheuren of door in het voorjaar wortelstekken te nemen
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in