Dag lieve mensen,
Inmiddels is dit alweer mijn twintigste ‘Tuinsoep’. Om dit kleine jubileumpje een beetje te vieren
vond ik het tijd voor een korte terugblik op mijn vorige blogs. Al die
schrijfsels hebben te maken met één item dat ons dierbaar is: de tuin, maar dan
ook met alles d’rop en d’ran. Van
zaadjes planten en honing als groeimiddel, tot een dahliaknol een jaar lang
gevolgd, van Zevenblad, Haagwinde en Heermoes bestrijden tot meststoffen uitgelegd,
van kevertjes en wormen in de compostbak tot schimmels die een relatie aangaan,
over een bijzondere haagplant en de onderwereld in je eigen tuin. Maar ik
schreef ook over parasieten en oerwoudplanten. Kortom een allegaartje van alles wat er zich in
een tuin kan afspelen. Het is een mix geworden van vreugde, bewondering, verbazing,
ongenoegen en acceptatie.
* (lees hier mijn eerder geschreven tuinverhalen)
Een kaalslag van jewelste
Als ik de tuinfoto’s van diverse Tuingroepen bekijk, gaat het inderdaad geweldig met onze bolgewassen. De ene na de andere schoonheid komt voorbij en inderdaad, er zitten werkelijk juweeltjes tussen. Ook ik heb zeker niet te klagen want elk jaar weer wordt mijn bos roomkleurige narcissen steeds dikker en forser. Dit jaar spant hij wel de kroon: zoveel bloemen en zoveel knoppen, dat belooft wat dacht ik nog. Het leek wel zo’n bijna onnatuurlijke mooie kluit uit een bollencatalogus, totdat ik de dag daarna bij het langs lopen me afvroeg waar mijn narcissen waren gebleven. De bloemen en de knoppen waren namelijk bijna helemaal verdwenen. Ik ontdekte tot mijn grote ongenoegen dat mijn mooie bos bevolkt was door een nieuwe generatie kleine hongerige naaktslakjes, waarvan de grootste ongeveer anderhalve centimeter groot was en de kleinste de halve centimeter nog niet eens haalde. Ze deden vreselijk hun best om alles wat maar eetbaar is aan een narcis, naar binnen te schrokken. Niets maar dan ook niets werd overgeslagen. Ze klommen zelfs met z’n vieren in de stamper en ook de twee nog resterende meeldraden werden niet overgeslagen want al snel werden door drie mini slakjes met bolle wangen die twee meeldraden afgeknaagd. Ik wilde uit alle macht mijn mooie bos nog redden en besloot dat kleine tuig eruit te halen. Ik telde er zes uit het kelkje van een naburige bloem, terwijl er ondertussen 3 aan de buitenkant van diezelfde bloem hingen. En zo ging het nog even door. In die hele bos voltrok zich voor mijn ogen een kaalslag die ik nog niet eerder had gezien. Aan de overkant van het pad was het al niet veel beter. Daar heb ik al jaren dubbele rose hyacinthen staan die ter plekke werden onthoofd. Ook het blad moest eraan geloven. Geraspt en gekortwiekt zag ik de bladeren terug, terwijl ze de dag tevoren er nog zo glorieus en stralend bijstonden.
Intieme feiten blootgelegd
Om uit de doeken te doen hoe ik nou in hemelsnaam aan die overdosis naaktslakjes ben gekomen moet ik jullie toch eerst wat intieme feiten over hun ouders meedelen.
Zoals we misschien allemaal weten (of niet) zijn slakken Hermafrodiet wat zoveel betekent, dat ze tweeslachtig zijn. Elke slak, bloot of met behuizing, is in het bezit van zowel een mannelijk als een vrouwelijk geslachtsorgaan. Daarnaast zijn ze ook nog in staat - helaas voor ons- zichzelf te bevruchten. Dit gebeurt als geen partner voorhanden is.
Mocht die toch ineens verschijnen, dan volgt er een amoureuze ontmoeting, die al snel overgaat in echtelijk gespartel. Daarna gaat ieder zijns weegs en legt elk van hen een pakketje eitjes. Zo’n twintig tot dertig witte transparante bolletjes niet groter dan een speldenknop, worden zorgvuldig net even onder het grondoppervlak gedeponeerd en drie weken later komen daar weer zo’n twintig tot dertig hongerige naaktslakjes uit die onmiddellijk op pad gaan om voedsel te vinden. In mijn geval waren dat de narcissen en de hyacinten. Als ik even een snelle optelsom maak van het aantal gelegde eitjes, dan kom ik uit op een getal van ongeveer zestig, voeg daar dan nog eens die zestig uit zelfbevruchting ontstane eitjes aan toe, dan staat de teller al gauw op honderdtwintig. We hebben het nu dus alleen over twee naaktslakken. Ach laten we eigenlijk over de rest maar zwijgen en ons hullen in een stille berusting. Per slot van rekening is het de natuur en ook andere dieren moeten iets te eten hebben. Zo’n botermalse bloterik is overigens wel een heerlijk hapje voor menig rondscharrelend dier.
Ik vertelde jullie ook dat ik de aangevreten hyacinthenbladeren er geraspt uit vond zien en dat klopt ook. Slakken beschikken namelijk over een bijzondere tong, eentje met heel veel tandjes erop. Ze schrapen als het ware het groen eraf maar kunnen er ook heel goed meeldraden en stamper mee afbijten. (Zie foto’s)
Over Albert Hein en een mini schimmelkolonie
Maar nu naar iets heel bijzonders, iets waar ik blij van werd. Een ongewone ontdekking in mijn compostbak, die ik graag met foto’s erbij, met jullie wil delen.
Ooit had ik een bejaarde regenton, hij kon het water nauwelijks nog bergen omdat hij op twee plaatsen lekte. Voor het doel waarvoor hij ooit was aangeschaft bleek hij niet langer geschikt, maar weggooien vond ik ook zonde. Ik besloot hem in ere te herstellen en daarom werd hij gepromoveerd tot tweede compostbak en ik moet jullie zeggen dat hij dat uitstekend doet.
Mijn wormenvolk en miljoenen andere bodemdiertjes die zich in de compostbak
gevestigd hebben voelen zich door die dikke wand goed beschermd en daar gaat
het uiteindelijk om. Nu heb ik de gewoonte om bij onze plaatselijke Albert
Heijn op legale wijze de lege kartonnen platen van de Conference (peren) of de
Jona Gold (appels)mee naar huis te mogen nemen. Vervolgens verscheur ik die in
stukken en leg ze tussen de vochtige schillen in mijn compostbak. Het werkt
prima, want het overtollige vocht wordt geabsorbeerd en aan dat ondertussen vochtig
geworden karton heeft zich inmiddels een onzichtbaar mysterieus volkje gehecht
waar mijn wormen dol op zijn en die ook smakelijk door hen worden geconsumeerd.
Maar gisteren gebeurde iets bijzonders.
Ik zag in diezelfde compostbak dat er op een gescheurd laagje golfkarton dat
tussen de prei en mangaschillen lag een minipopulatie piepkleine paddenstoeltjes
groeien. Ze zijn niet groter dan anderhalve millimeter en vormen een soort
patroon.
Op bijgevoegde foto’s die je met duim en wijsvinger kunt vergroten, zie je die hele groep. Ook op allerlei schillen zitten ze.
Mijn vraag: zou iemand mij kunnen vertellen om welke schimmel het gaat?
Alvast reuze bedankt voor het lezen en het antwoord op mijn vraag.
Ik hoop dat deze Tuinsoep jullie goed heeft gesmaakt!
Groene groet,
Marie Mul
Heb je een vraag of wil je met mij in contact komen?
Stuur een e-mail naar info@colourandpencil.eu en ik stuur je zo snel mogelijk een berichtje!
Ben je nieuwsgierig?
Bezoek mijn website www.colourandpencil.eu
Lees ook mijn eerder geschreven tuinblogs
- Wat zijn jouw lievelingsplanten? Jaa die ene plant die net ietsie pietsie meer doet dan de rest.
- Planten die samenwerken
- Parasitaire planten: stelen om te leven
- planten, struiken en bomen die samenleven in Symbiose
- De onderwereld actief in je eigen tuin!
- Herfstverkleuringen van populier tot esdoorn.
- Houttuynia cordata 'Chameleon'
- Haagplanten, waarvan ik wist dat hij hoog op de lijst van mijn hongerige merel staat.
- UITLEG; NPK formule meststoffen. Hoe wat en welke gebruiken voor de tuin?
- Over de haagwinde en de heermoes
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in