Santolina / Heiligenbloem

Santolina zoals de heiligenbloem officieel heet, kom je tegen van de Pyreneeën tot in Noordwest-Italië.

Heiligenbloemen behoren tot de Composietenfamilie en hebben licht tot diepgele, platronde, knoopvormige bloemhoofdjes in juli en augustus. Deze zitten op vertakte, nauwelijks bebladerde, lange stengels die boven de verhoutende struikjes uitgroeien. De zeer kleine, geveerde bladeren hebben uiteenlopende vormen en zijn donkergroen, grijsgroen of witviltig behaard en geuren aromatisch. De struikjes zonder bloemen doen aan cipressen denken.

Santolina chamaecyparissus wordt door deze gelijkenis ook cipressenkruid genoemd en verspreidt een opvallende geur. De bladeren zijn klein, lichtgrijs en vierdelig. De planten worden tot 50 cm hoog. In de zomerperiode bloeit deze sterk geurende plant met meestal gele, soms witte bloemhoofdjes. Deze missen de lintbloempjes en bestaan dus uitsluitend uit buisbloempjes (‘knoopjes’). De bloemhoofdjes staan alleen aan het eind van vrij lange dunne steeltjes. De bloei vindt plaats in juli-augustus.

Santolina chamaecyparissus var. lindavica bloeit zeer rijk en bereikt 20-40 cm hoogte. ‘Pretty Carol’ groeit compact en bloeit lichtgeel. De bloemen van ‘Lemon Queen’ zijn niet citroengeel, maar roomkleurig. Beide rassen worden 20-40 cm hoog

Santolina rosmarinifolia (ook nog verkrijgbaar als S. virens of S. viridis) heeft donkergroene, onbehaarde bladeren. De gele bloemen staan op 30-50 cm hoge, boogvormig opgaande stengels.

Plantvoorschriften
Koop in het voor- of najaar heiligenbloemen in potten.
Plant hem op een zeer zonnig en droge kalkrijke grond, goed doorlatende grond, zelfs gemengd met grind.
Natte voeten in de winter vermijden.

Santolina kan je als accentplant toepassen maar het mooiste effect krijg je door hem aan te planten in grote groepen of in plantvakken. Ook in de rotstuin is het een dankbare plant.
Kan ook als terrasplant in potten en bloembakken worden gebruikt.

Onderhoud
Onder onze klimaatomstandigheden slechts beperkt winterhard. Ze dienen zeker de eerste winter te worden afgedekt met takken of bladeren. Kans op vorstschade bij strenge vorst is aanwezig. In dat geval in het voorjaar diep terug knippen.
Na de winter bijknippen om de plant in vorm en compact te houden en te verhinderen dat ze te houterig wordt of de planten na de bloei met eenderde terugsnijden voor een compacte groeiwijze
Heiligenbloemen zijn zeer goed bestand tegen droogte en hebben bovendien geen mest nodig.
Voor de vermeerdering in de zomer, ongeveer 5 cm lange scheuten zonder bloemen snijden en in vochtig zand laten wortelen

Ziekten
Heiligenbloemen zijn sterk en worden nauwelijks aangetast door ziekten en plagen. Tegen stilstaand water rond de wortels zijn ze echter niet bestand.