Ridderspoor (Delphinium) is een geslacht uit de ranonkelfamilie. De botanische naam Delphinium is afkomstig van het Latijnse woord voor dolfijn, omdat de knoppen van de bloem in de verte iets weg hebben van een dolfijn. Er zijn zo'n +250 soorten, die voorkomen in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. Dit geslacht komt in tegenstelling tot soorten van het geslacht Consolida in de Benelux niet in het wild voor.
Vaste plant. Winterhard. Niet wintergroen., Snelgroeiend.
Bloeid: juni-sept. Polvormende plant. Het getande en gelobde, groene blad groeit rond de voet van de plant. Alle delen zijn giftig.
Het blauw van meerjarige ridderspoor is al bijna legendarisch. Er zijn echter ook nieuwe kweek vormen in wit, roze en violet, met enkelvoudige of gevulde bloemen. Ze zijn vaak zelfs tweekleurig. Wij onderscheiden drie groepen:
Delphinium Elatum Groep komt het meest voor. Met hun dichte kaarsvormige bloeiwijzen worden de planten 120 tot 200 cm hoog.
Delphhinium Belladonna Groep is met een hoogte van 80 tot 120 cm wat sierlijker. De bloeiwijze is losser en lijkt minder stijf.
Delphinium Pacific Giant Groep met een hoogte van 150 tot 200 cm is de gigant onder de ridderspoor. Rassen uit deze groep zijn bijzonder goede snijbloemen.
Plantvoorschriften algemeen
Koop gezonde ridderspoorplanten in potten van 10 cm. In de herfst of vroeg in het voorjaar planten. Koop nooit planten die al bloemen gevormd hebben. Deze zullen in uw tuin namelijk veel minder goed bloeien.
Planten In het voor of najaar. Zet de planten 60cm uit elkaar in groepjes van 3 of meer. Liefst op een tegen de wind beschutte plaats
Delphiniums zijn prachtige tuinplanten, er wordt vaak geklaagd dat planten in de tuin niet groeien en zelf dood gaan. Daardoor hebben Riddersporen geen goede naam bij veel mensen. Riddersporen is een onmisbare planten in ieders tuin. Met de bewonderende schoonheid waarmee deze planten ons betoveren, willen we er lang van kunnen genieten. Maar er zijn enkele belangrijke dingen waarop gelet moet worden.
Zon. Ze houden van een koele koude winter en hete zomers met brandende zon.
Delphiniums staan niet graag met de voeten in het water, de boden moet goed water doorlatend zijn. Bijvoorkeur zandgrond en licht klei gronden met een zuurgraat van 6,5 tot 7. Als de grond niet aan deze criteria voldoet, aanpassen. Bij zware klei, grond mengen met metsel zand. Geef bij het planten direct koemest korrels mee.
Onderhoud
Regelmatig mest geven, gedurende de bloei om de 2-3 weken vloeibare mest. Ondersteunen tegen wind, hoge planten vallen bijna steeds open. Knip uitgebloeide stelen weg voor langere bloei.
Riddersporen kan je forceren tot een tweede bloei door ze na de bloei flink in te snoeien .
De bovengrondse delen sterven af, ze gaan dus kaal de winter in en behoeven geen snoei . Meestal laat je de afgestorven delen tot het voorjaar op hun plaats. Indien je het liever netjes houd, let er dan op de plant in de te koude perioden te beschermen met wat alternatieven zoals schors.
Geadviseerd wordt elke 2 jaar de planten in het voorjaar februari/maart uit de grond te halen en zo nodig te delen en te verplanten (1m verderop is al genoeg).
Delphiniums houden er niet van jaren lang op de zelfde plaats te staan. Bij veel mensen bloeien de Delphiniums het 1e jaar prachtig en het 2e of 3e jaar zijn ze opeens weg. Hoe kan dat?
De plant wordt aangetast door slakken, schimmels of voedselarmoede in de bodem, (Bodemmoeheid). Pacific Giant's zijn er erg gevoelig voor. elatum soorten kunnen in principe langer op de zelfde plaats uitkomen. Als advies wordt gegeven de planten elke 2 jaar te verplanten.
Erg lang leven ze echter niet .
Ziekten
Luis -wortelrot-kroonrot-spinmijt-meeldauw-bladluis
oppassen voor meeldauw ( witte vlekken op het blad ) , bespuit de plant met een schimmelwerend middel , wie dit niet doet ziet ze zeker verdwijnen .
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in