Corydalis / Helmbloem (soort)

Vaste plant. 
Er zijn 100 soorten bekend, waarvan ongeveer een vijfde een knol of wortelstok heeft.
Helmbloem is een geslacht van kruidachtige, eenjarige en overblijvende kruiden uit de papaverfamilie. Ze passen goed in een tuin met een natuurlijke uitstraling.
De plant heeft eigenlijk alles mee: hij bloeit vroeg in het jaar, de bloempjes zijn lieftallig en kleurrijk, de plant gedijt prima in halfschaduw en is een goede bodembedekker.
De eerste helmbloemen verschijnen al in maart en de bloei duurt doorgaans tot half mei. Behalve dat deze vorstbestendige planten de tuin al vroeg in het jaar opfleuren, geuren ze ook nog eens licht met aroma’s die wel aan kokosnoten, camelia’s en bittere amandelen doen denken.
De meeste helmbloemen hebben fijne, buisvormige bloempjes met een lange spoor, die in aarvorm aan gemiddeld 15 tot 25 centimeter hoge bloeistengels staan. Met hun suikerzoete nectar lokken ze zoveel mogelijk vlijtige bijen naar hun bloemen, want die zijn van levensbelang voor de bevruchting.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de pollenvormende soorten en de knolvormende, waarvan het blad vroeg in de zomer afsterft. Daartussenin zitten de veelal Chinese soorten die wortelstokjes vormen en die zeer interessant voor onze tuinen zijn.
Corydalis cava, ook wel holwortel genoemd, heeft walnootachtige, holle knollen. Deze in Nederland en België inheemse soort bloeit in maart en april met witte tot roze bloemtrossen op tot 30 cm hoge stengels.
Corydalis solida, de voorjaarshelmbloem, lijkt wel wat op de holwortel, maar blijft met slechts 10-20 cm hoogte een stuk kleiner. Deze planten zijn eveneens in Nederland en België inheems en bloeien in dezelfde periode. Bijzonder aantrekkelijk zijn de zalmkleurig- tot oranje-bloeiende rassen ‘George Baker’ en ‘Transsylvanica’.
Corydalis cashmeriana bloeit in april en mei in een stralendblauwe tint. De 5 tot 15 cm hoge bloemstengels groeien uit knolachtige, vlezige wortels. Deze planten gedijen alleen op een koele plaats met een hoge luchtvochtigheid en in humusrijke, zure grond.
Corydalis flexuosa werd pas in 1989 in China ontdekt en wordt sindsdien als tuinplant gekweekt. De lange blauwe bloemen verschijnen van april tot juni op ongeveer 30 cm hoge stengels.
 
Plantvoorschriften algemeen
Alle helmbloem soorten zijn gemakkelijk te verzorgen vaste planten. Door het ‘wilde’ karakter van de planten passen ze vooral goed op vochtige, licht beschaduwde standplaatsen in een natuurlijk aangelegde tuin. Als omlijsting van een tuinpad, tussen flagstones of in grotere of kleinere groepen op de voorgrond van een beschaduwde border, komen de aantrekkelijke bloemen van de planten goed tot hun recht. Voor de rotstuin of op stapelmuren in de halfschaduw, zijn helmbloemen een welkome, kleurige aanvulling
Helmbloemen geven de voorkeur aan een halfbeschaduwde plaats, maar gedijen ook in de volle zon of schaduw. Losse, humusrijke grond. Verbeter zeer zware of zandige grond door veel compost toe te voegen.
Het voorjaar is de gunstige tijd om helmbloemen te planten.
Zaaien: Zaai in het najaar in de volle grond of zet het voorgeweekte zaad zes tot acht weken in de koelkast. Het heeft kou nodig om te kunnen kiemen. Na het kiemen spoedig verspenen en in april in de tuin planten.
 
Corydalis cava en C. solida groeien graag onder bomen. Maar let op: ze verwilderen snel.
Er zijn zelfs soorten die zich in de voegen van tegels en in spleten van muren vestigen. De gele Corydalis lutea en crème-witte Corydalis alba behoren tot de helmbloemen die op deze manier het meest in onze tuinen voorkomen.
Onderhoud
De bladeren van Corydalis nobilis sterven al spoedig na de bloei af. Bedek de plaats dan met een laag mulch. Niet schoffelen of spitten. Corydalis lutea heeft bij droogte water nodig, vooral als de planten op een zonnige plaats staan.
De helmbloem zaait zich vaak zelf uit. De zaden zijn voorzien van een zogeheten mierenbroodje, een aanhangsel aan het zaad waar mieren gek op zijn. Met dit extraatje verzekeren de zaden zich ervan dat ze worden meegenomen en verspreid. Hierdoor verschijnt de plant dikwijls op ongewone plekken in de tuin.
De wortelstokken zijn moeilijk te delen. Beter is het de planten door zaad te vermeerderen
Ziekten
Helmbloemen zijn in het algemeen ongevoelig voor ziekten en plagen. Jonge planten in de volle grond zijn echter een lekkernij voor slakken.