Er zijn wel zeker 250 verschillende soorten asters! De meeste zijn vaste planten en afkomstig uit Afrika, Amerika, Azië en Europa. Door hun karakteristieke bloemvorm zijn ze goed herkenbaar als asters
Sommige bloeien in het voorjaar of in de zomer, maar de meeste pieken in de herfst. Wel hebben ze allemaal margrietachtige bloemen met een stralend geel hart.
Naast de bij ons voorkomende wilde soorten worden voor de tuin veel soorten gekweekt uit Zuid-Europa, uit oostelijk Noord-Amerika en West-China. Asters geven in regel de voorkeur aan open, zonnige plaatsen. Ze stellen daarentegen sterk verschillende eisen aan de grond. De meeste soorten zijn overblijvend en behoren tot de vaste planten. De eenjarige zomerasters worden tot het geslacht Callistephus gerekend. Om het grote sortiment wat overzichtelijker te maken, deelt men de asters in in 3 grote groepen: de voorjaarsbloeiers, de zomerbloeiers en de herfstbloeiers.
De voorjaarsbloeiers houden vooral van ene koele grond en voor een rijke bloei moeten zij om de 3-4 jaar, na de bloei, gedeeld worden. Het zijn laagblijvende planten met onvertakte bloeistengels en dikwijls slechts 1 bloem per stengel. De zomer-, en herfstbloeiers zijn middelhoog tot hoog groeiende planten met sterk vertakkende bloemstengels.
Plantvoorschriften algemeen
Planten in het voorjaar. Op een zonnige, open plek, zonder overhangende bomen. In goed gedraineerde grond, liefst kalkrijke grond. De grond mag nooit uitdrogen.
Plantafstand +-60 cm (5-7 st. per m2.)
Tip: Zet de aster wel op een luchtige plek en zet ze niet te dicht op elkaar (hiermee voorkomt u aantasting van meeldauw.
Onderhoud
Voor bossiger planten knipt u de scheuten in de lente terug wanneer deze 15cm lang zijn en later nog eens begin zomer.
Jonge planten het eerste jaar beslist niet laten uitdrogen.
Tot ze echt volwassen zijn hebben ze steun nodig, daarna beredderen ze zichzelf. Een goede manier is: Niet zo’n opzichtig hardgroen plastic stokje maar gebruik daarvoor snoeihout van heesters of bomen, welke listig tussen de opgaande stelen van de aster gezet kunnen worden. Als dit steunhout al vanaf het begin van het seizoen geplaatst is, groeien de bloemstelen er op een natuurlijke wijze doorheen.
Controleer in de zomer regelmatig op meeldauw en spuit eventueel met een middel daartegen. Strooi een handje organische mest zoals bloed of beendermeel bij iedere plant.
Verwijder uitgebloeide bloemstengels. Snijd de planten af in het voorjaar. Doe dit niet in het najaar, want dit bekort de levensduur.
Scheur de planten ten minste om de 3 jaar voor de bloei terugloopt en de binnenste pol te zwak wordt, rooi de pollen vroeg in het voorjaar en deel de randen in stukken van ca 15cm doorsnede. plaats de buitenkant terug.
Ziekten
Gevoelig voor meeldauw in warme zomers met regenachtig weer, het kan interessant zijn om je planten preventief te behandelen vb. met EM ( effectieve micro-organismen) , steeds water onderaan de plant te geven ( niet sproeien op de bladeren)
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in