Agastache of Dropplant is een geslacht met een 20-tal verschillende soorten nog veel meer varieteiten. De dropplant (Agastache foeniculum) is een vroege vogel: nog voor er een deftig lentezonnetje te bespeuren valt, staat daar al het fascinerende paarsgroene loof te schitteren. Hun jonge bladeren hebben een aantrekkelijke paarse tint, waardoor het een goede achtergrond is voor vroege zomer bloemen. De hoogte varieert van 0.45 cm tot 2 meter. Zodra de blauwpaarse aren er zijn, tegen juli, worden de vlinders en de hommels helemaal gek. En hartje winter staat Agastache nog altijd overeind, terwijl de koolmeesjes op de stengels balanceren, op zoek naar de allerlaatste zaadjes.
Wie geen Agastache in zijn tuin staan heeft, weet niet wat hij mist. En je hoeft de plant maar even aan te raken, of die fascinerende dropgeur komt vrij. Het blad geurt heerlijk naar drop/anijs en verschillende rassen hebben nog wel wat verschillen in geurnuances, sommige hebben een wat zachtere of juist intensere geur, sommige hebben ook iets van munt of chocolade in de geur. Het blad (en de bloempjes) zijn eetbaar, de kleine bloempjes zijn erg leuk als eetbare versiering in een mooie salade of dessert. Het blad is erg lekker in een kruidenthee maar ook in salades of een marinade.
‘Blackadder’ is de meest winterharde en langst levende, met donkere aren en prachtige blauwpaarse bloemen, tot wel 1 meter hoog. Maar deze dropplant is lang niet de enige topper uit de Agastache-familie.
Tal van Agastache zijn amper bekend. En dat is jammer, want hun gele, roze, oranje of felrode, vaak ragfijne bloempjes, vaak met uitgesproken munt- en fruitgeuren staan geweldig in de tuin, of in een pot op je terras. Alleen al voor z’n zoetige fruitgeur wil je de felroze, bijna fluorescerende Agastache cana ‘Heatwave’. Weinig Agastache bloeien zo overweldigend als ‘Apricot Nectar’, met een wolk vol zachtoranje bloemen. Agastache aurantiaca ‘Sunset Yellow’ won niet voor niets de Fleuroselect Award. Zijn compacte struikvorm, unieke botergele kleur, massale bloei en kleine, elegante, geurende blaadjes maken hem tot een topper voor in pot. ‘Linda’ is een bijzonder bloeirijke, lekker geurende cultivar, met tweekleurige bloemen, paars en lichtroze. De sterkste is misschien wel ‘Cotton Candy’, een grote wolk van zachtroze bloemen. Erg mooi in pot zijn de lage ‘Kudos Coral’, een fel rozerode, de zalmroze met zachtoranje ‘Kudos Ambrosia’ en de verschillende Nectar-cultivars. De hele Kudos-reeks doet het trouwens geweldig in een pot op een zonnig terras.
Koolwitjes houden van Agastache, en allerlei kleinere vlindertjes zoals zandoogjes, blauwtjes, … tot de kolibrievlinder toe. Geef de planten de ruimte; het zijn zonnekloppers die licht nodig hebben. Hoe meer zon, hoe meer bloemen; namiddagzon is beter dan ochtendzon. Wanneer ze te veel tussen andere planten geprangd zitten, kwijnen ze weg. Schiet je Agastache te hoog op, pas dan midden mei de Chelsea chop toe: knip een derde tot de helft van de stengels voor de helft in. Je zult later bloemen hebben, maar meer, en in een voller bos, en de stengels vallen niet meer open. Bedek jonge planten in volle grond vanaf -7 °C met een laag bladeren of stro. Haal er, zodra de vorst voorbij is, het dek weer af, anders gaat het bladrozet rotten. De meeste Agastache zijn kortlevende planten, die drie tot vijf jaar meegaan. Soms lijkt de plant te zijn verdwenen, maar duurt het gewoon wat langer voor hij begint uit te lopen. Na een koude winter gebeurt het dat bijvoorbeeld Agastache mexicana pas begin mei enig teken van leven geeft. Tegenover dat relatief korte leven staat wel een ontzettend lange bloei, van juni tot september, zelfs nog een stuk in oktober.
Een tuin met (klei)leem? Hoog de plek waar je Agastache plant wat op, zodat het water in de winter gemakkelijk weg kan. Geef geen mest, daar krijg je vooral veel bladeren en weinig bloemen mee; een jaarlijkse gift compost is voldoende. Knip meteen na de bloei de verwelkte bloemen weg, zo verliest de plant minder energie, gaat ze beter gewapend de winter in, en leeft ze langer.
Eigenlijk is ze een vaste plant maar ze is niet betrouwbaar winterhard. Dat geeft niet want ze is prima als eenjarige te zaaien (en mocht ze dan toch de winter overleven is dat mooi meegenomen).
Zaai haar in maart bij kamertemperatuur voor, houd de potgrond vochtig maar niet kletsnat want daar kan ze niet goed tegen. De zaden kiemen snel, binnen 1 tot 2 weken. En de zaailingen groeien in een zo licht mogelijk raamkozijn bij kamertemperatuur ook redelijk snel. Vanaf half april kun je de zaailingen af gaan harden. Zelf brengen we ze dan naar de koude kas (uiteraard controleer je wel eerst even de weersverwachting). Maar je kunt ze vanaf de derde week van april ook overdag buiten zetten en in de avond weer naar binnen halen. De zaailingen mogen, mits ze groot genoeg zijn, vanaf 12 mei (IJsheiligen) worden uitgeplant. De zaailingen zijn vorstgevoelig, en pas ook op voor slakken in de eerste weken na het uitplanten.
Het is gemakkelijk om zelf zaden van Agastache te oogsten: als de bloemen droog, bruin en verdord zijn zie je in de hoesjes de kleine donkerbruine tot zwarte zaden zitten, je schudt ze gemakkelijk uit de hoesjes op je hand. Laat geoogste zaden nog een weekje op een een licht en luchtige, warme plaats drogen. De zaden blijven ongeveer 4 jaar kiemkrachtig
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in