Tibouchina urvilleana /spinnenbloem

De uit Zuid-Amerika afkomstige halfheester die in ons land als een exotisch ogende kuipplant wordt gehouden verdraagt geen temperaturen onder het vriespunt.
Tibouchina is één van de allermooiste kuipplanten met zijn schitterende diepblauw-purperen bloemen, die soms 10 tot 12 cm. in doorsnee zijn. Deze bloemen hebben een fluweelachtig uiterlijk met lange meeldraden van een iets roodachtige kleur die heel mooi afsteken bij de kleur van de bloembladen. Naast de opvallende bloemen heeft de plant ook mooie en fluweelachtige aanvoelende donsachtige bladeren. Daarenboven heeft deze kuipplant ook zachte vierkante stengels.
De Tibouchina bloeit (afhankelijk van standplaats in zomer en winter) van ongeveer eind augustus, begin september tot maart aan de  jonge scheuten met één tot meer bloemen bijeen.
Wie Tibouchina wil proberen, kan uit twee soorten kiezen: Tibouchina urvilleana en T. urvilleana `Rich Blue Sun´. De laatste is een selectie van eerst genoemde soort. `Rich Blue Sun´ bloeit in het voorjaar eerder dan de `originele´ Tibouchina. Ook zijn de bloemen iets groter. Verder zijn de planten vrijwel identiek.
Tibouchina kan in een koele en lichte ruimte overleven, maar is vooral geschikt als balkon- en terrasplant. Ze worden gekweekt als laag blijvende struik (30 tot 50 centimeter hoog) en als vertakte stam (90 tot 150 centimeter). In het begin van het seizoen (april) wordt de plant met gesloten knoppen aangevoerd. Later worden ook bloeiende planten verhandeld. Bij een goede verzorging gaat de plant gemakkelijk enkele jaren mee.
Plantvoorschriften algemeen
Na het aankopen van uw Tibouchina kun je deze best onmiddellijk verpotten naar een ruime pot waar die de rest van het groei- en bloeiseizoen in kan blijven. Het best kies je voor een stenen bloempot met onderin een afwateringsgat. De planten groeien snel en kunnen vrij grote en hoge planten worden en dan is het handig dat de pot voldoende zwaar is om minder snel om te waaien.
Grondsoort: Universele potgrond voldoet goed.
Vanaf half mei mag de Tibouchina naar buiten op het terras of balkon en dat het liefst op een windvrije en zonnige standplaats. Om verbranding van de bladeren te voorkomen moet je de plant wel uit de heetste middagzon houden.
Onderhoud
Door de uitgebloeide bloemen van de Tibouchina te verwijderen verleng je de bloeiperiode.
Bij zonnig weer is het belangrijk de potkluit van deze kuipplant voldoende vochtig te houden. Plaats onder de kuip of pot een onderschotel om een deel van het doorgesijpelde water  op te vangen. De eerste maand na het verpotten zit er nog voldoende voedsel in de potgrond en is het nog niet nodig om bij te mesten. Vanaf half juni kun je voedsel mee geven met het water en dat om de twee weken. Vanaf september hoef je afhankelijk van het weer niet zo vaak water te geven en mag je alvast stoppen met het toedienen van meststoffen zodat de plant tijdig in rust kan komen vooraleer de kuipplant terug naar binnen moet. 
 
Overwinter de Tibouchina net als de meeste andere kuipplanten binnen op een lichte, koele plek en geef ze tijdens de overwinteringsperiode weinig water. Overwinteren bij een temperatuur tussen +5°C en 10°C is ideaal. Vanaf  maart voorzichtig wat meer water beginnen geven.
Zaaien
Ook door zaaien is de Tibouchina te vermeerderen. Dit moet direct op de oppervlakte van de grond gebeuren, de zaden niet bedekken. De zaaigrond moet humusrijk zijn en vochtig blijven, dus plastic of glas erover. Geen zon! De temperatuur moet ongeveer 18 tot 20 C zijn. De zaden kunt U ook laten ontkiemen op een vochtig stuk keukenrol of tissue. Dit geheel in een bakje leggen en plastic erover om de  zaak niet te laten uitdrogen. Als de zaden ontkiemd zijn en groot genoeg om gehanteerd te worden dan elke zaailing oppotten in een klein potje,
Ziekten
Witte vliegjes: 2 mm klein wit vliegje dat aan de onderkant van de bladeren zit, evenals de eitjes en de larven. Bij aanraking van de plant vliegen ze massaal op. Witte vliegen scheiden net als bladluizen honingdauw af, hetgeen roetdauw (zwarte schimmel) kan veroorzaken.
Bladluizen, Rode spint