Festuca is een geslacht van bloeiende planten die behoren tot de grasfamilie, Poaceae. Het zijn groenblijvende of kruidachtige meerjarige getufte grassen met een hoogtebereik van 10 tot 200 cm.
Zwenkgras soorten zijn langlevende grassen, die worden gewaardeerd vanwege de overwegend altijdgroene, kussenachtige pollen. Typerend voor alle soorten zijn de losse, pluimachtige bloeiwijzen.
Meerjarig. Bloeiperiode: mei/aug.
Er zijn passende soorten voor iedere tuin. Aan de rand van houtige gewassen voelt Festuca gigantea zich thuis. In een border met vaste planten passen F. gigantea en F. mairei. De rotstuin is geschikt voor F glauca of F. gautieri. Tussen steppeplanten mag F. glauca niet ontbreken.
Soorten voor zon en droogte. Deze soorten hebben losse, schrale en voedselarme grond nodig. Wellicht het bekendst is Festuca glauca, die schapengras of blauw schapengras wordt genoemd en 5-15 cm hoog wordt. De altijdgroene, smalle, blauwgroene bladeren staan, als bij een egel, alle kanten op. De planten bloeien van mei tot juli, eerst in de kleur van de bladeren, later vergelend. Van deze soort zijn er talrijke rassen, bijvoorbeeld ‘Azurit’ (diepblauw), ‘Blaufink’ (zilverblauw), ‘Fruhlingsblau’ (staalblauw) en ‘Meerblau’ (krachtig blauw). Bijzonder mooi zijn ook Festuca valesiaca, die 10-15 cm hoog wordt, Festuca amethystina met 20-40 cm hoogte en Festuca punctoria die niet hoger wordt dan 5-15 cm.
Soorten voor halfschaduw en droogte. De belangrijkste vertegenwoordiger van deze groep is Festuca gautieri. Deze soort heeft naaldachtige, diep- en wintergroene bladeren en groeit in stenige grond met dichte graspollen, die slechts 10 cm hoog worden. De goudgele bloempluimen verschijnen van juni tot augustus. Andere aantrekkelijke soorten zijn Festuca alpina die 5-15 cm hoog wordt en Festuca glacialis die dezelfde hoogte kan bereiken.
Soorten voor voedselrijke grond. Hiertoe behoort onder meer Festuca gigantea die 60-150 cm hoog kan worden. Deze soort heeft brede, platte, altijdgroene bladeren en bruinachtige bloempluimen, die in juni en augustus verschijnen. De planten houden van een halfbeschaduwde tot beschaduwde standplaats. Festuca mairei daarentegen houdt van warmte en zon. De planten hebben eveneens brede, altijdgroene, zacht overhangende bladeren. Boven de ronde pollen verschijnen in juni en juli de groenige bloempluimen.
Plantvoorschriften algemeen
Koop in het voor- of najaar jonge grassen in potten.
Zon tot halfschaduw. Schrale droge grond voor de meeste soorten.
Onderhoud
Geef ook bij droogte maar weinig water.
Voorjaar: Oudere planten nu opgraven en delen. De stukken direct terugplanten. Oude halmen terugsnijden en de pollen schoonmaken. Delen kan ook in het najaar. Dit is ook een goede manier om oudere planten te verjongen.
Wilt u zaadvorming voorkomen, dan moet u de uitgebloeide pluimen afsnijden.
Ziekten
Blauwachtige soorten krijgen groen verkleurde halmen als ze overbemest worden of in te rijke grond staan. Deze planten kunt u het beste in het voor- of najaar uitgraven, delen en in voedselarme grond planten. Zonodig grind of zand toevoegen.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in