De kattensnor is een eenjarige tuinplant. De kattensnor wordt in het voorjaar gezaaid en bloeit in de zomer en vroege herfst met roze, witte of paarse bloemen. De plant wordt circa 1 m hoog en hoeft niet te worden opgebonden.
De bloemen verschijnen in tot 15 cm grote trossen boven de bladeren en zijn afhankelijk van het ras wit, roze, rood of violet. Elke afzonderlijke bloem heeft lange, ver uitstekende meeldraden die aan de snorharen van katten doen denken en tot de Nederlandse naam van de planten hebben geleid.Tot de vorst ontstaan er onafgebroken nieuwe bloemen op de steeds langer wordende trossen.
De bladeren zijn handvormig en evenals de stengels, behaard en kleverig. Zet de planten liever niet te dicht bij uw terras; ze verspreiden namelijk een vrij onaangename geur. Ze zijn wat stekelig, dus houd ze wel uit de buurt van al te kleine kinderen.
Plantvoorschriften algemeen
Koop in het voorjaar zaad of voorgekweekte, compacte jonge planten die nog niet bloeien.
Zon. Kattensnor houdt van zon. In de schaduw blijven groei en bloei achter. Doorlatende grond. Kattensnor heeft veel voedsel nodig. Het verdient aanbeveling om de grond met compost en een volledige meststof te verrijken.
Vanaf maart binnenshuis zaaien. Dek het zaad niet af, het heeft licht nodig om te kiemen. Zet de potjes op een lichte, maar niet zonnige plaats bij een temperatuur van 18°C. Na het kiemen 15°C aanhouden. Vanaf half maart buiten afharden. Eind mei mogen ze in de volle grond. Geef vóór het planten water.
Onderhoud
Bij droogte moet u de planten royaal gieten. Voeg om de drie weken vloeibare mest aan het gietwater toe. Zorg zonodig voor ondersteuning bij hoge planten.
De bloemen behoeven niet te worden uitgeknipt. De 'snorren' blijven zitten al is de bloem uitgebloeid.
Snij de planten na de eerste vorst tot de grond terug en composteer de plantendelen.
Ziekten
Aardrupsen kunnen de stengels van kattensnor aanvreten. Het gevolg is dat de planten omvallen.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in