Ficus is de botanische naam van een geslacht in de moerbeifamilie. Het telt zo'n 750 soorten. In Zuid-Europa kennen we al eeuwenlang de Ficus carica, vijgenboom of kortweg vijg, die geteeld wordt om zijn vruchten. In tegenstelling tot de meeste vijgen is de Ficus carica bij ons winterhard.
De Ficus carica is een bladverliezende boom of struik en kan tot 10 meter hoog worden maar in ons klimaat wordt hij in de volle grond niet hoger dan 2 tot 4 meter. Ook door de boom regelmatig te snoeien kan hij kleiner gehouden worden.
De dikke, leerachtige bladeren zijn handvormig ingesneden. Ze worden tot 25 cm lang en 20 cm breed en hebben een diepgroene kleur. De bovenkant van het blad voelt ruw aan en de onderkant is behaard en heeft witte nerven. Als de vijgenboom genoeg zon krijgt en goed gedijt, zal hij al na enkele jaren vruchten dragen. De vruchten zijn donkergroen en hebben de vorm van een peer of een urne. Als ze rijpen worden ze donkerpaars of zwart. De vruchten kunnen geoogst worden van juli tot september. De bloempjes zijn klein en onopvallend want ze zitten in het vruchtomhulsel.
Niet alle varianten van de vijgenboom doen het goed in ons klimaat. De meeste cultivars hebben nood aan meer zon en warmte. Toch zijn er een twintigtal cultivars die ook bij ons goed gedijen, op voorwaarde dat ze een zonnig en beschut plekje krijgen.
Enkele populaire cultivars, geschikt voor ons klimaat:
Brown Turkey: deze vijgenboom draagt lekkere grote vruchten met donkerrood vruchtvlees.
Dauphine: draagt grote stevige vruchten met een paarsbruine kleur.
Ronde de Bordeaux: vijgenboom met kleine bruinzwarte vijgen, het vruchtvlees is sappig.
Goutte d' Or: kleine traag groeiende vijgenboom met vrij grote vruchten.
Plantvoorschriften algemeen
Exotische plant voor zowel volle grond als kuipplant. Matig winterhard.
Voedzame en warme standplaats in een niet te natte zure grond. Groeien echter toch op de meeste gronden. Liefst bij zuidmuur planten in de zon.
Na worteling droogtebestendig.
Voor een vijgenboom is een normale grond prima, eventueel aangevuld met grof zand om een betere drainage mogelijk te maken. Een vijgenboom houdt namelijk helemaal niet van natte voeten. Plant de vijgenboom in een pot met gaten in de bodem en leg eerst potscherven op de bodem en eventueel daarbovenop nog kleikorrels. Zo ben je zeker dat de drainagegaten niet verstopt raken. De grootte van de pot hangt af van het feit of je een snelgroeiende plant wil of een plant die veel vruchten draagt. Een vijgenboom die snel groeit draagt namelijk weinig vruchten omdat hij al zijn energie steekt in het groeien. Wil je dus graag vruchten, dan moet je de groei vertragen en een kleine pot kiezen.
Bij te veel regen kunnen de vruchten barsten. Bescherm de vruchten tegen vogels.
Onderhoud vijgenboom
Op hete dagen in de zomer heeft de Ficus carica elke dag een gietbeurt nodig. Je ziet meteen aan een vijgenboom wanneer hij dorst heeft, de bladeren gaan dan gauw helemaal slap hangen. Niet vergeten te gieten dus, de potgrond moet altijd wat vochtig blijven. In de lente en in de zomer kan de vijgenboom extra voeding gebruiken, geef bij voorkeur een meststof met een hoog gehalte aan kali en met weinig stikstof. In de winter moet je maar af en toe een beetje water geven zodat de potgrond niet helemaal uitdroogt.
In strenge winters kan afdekken noodzakelijk zijn, de voet afdekken met veel (onverteerde) humus. Bescherm de gesteltakken tegen vorst door er rietmatten tegenaan te zetten.
Zomersnoei Vijgen
In de zomer moet worden gesnoeid: de toppen van de jonge scheuten worden teruggenomen, zodanig dat er 5 - 6 bladeren aan de scheut(en) blijven. Door deze wijze van snoeien wordt de aanleg van nieuwe scheuten vanuit de
bladoksels bevorderd en kan er meer (zon)licht in de kroon komen. Aan het einde van het groeiseizoen zullen in de oksels van de nieuw gevormde jonge scheuten nog embryonale vruchtjes aanwezig zijn. De kans is groot dat deze vruchten de winter overleven en zich het volgende groeiseizoen verder zullen ontwikkelen. Aanwezige groene vruchten aan het einde van het groeiseizoen overleven de winter niet: pluk ze af.
In de lente richt de snoei zich op het ontwikkelen van een evenwichtige kroon. Stakerige, bevroren en kale scheuten worden terug geknipt op één knop om nieuwe groei te stimuleren. Overtollige zijscheuten worden van de hoofdgesteltakken geknipt. Zorg voor een open struikvorm, zodat het (zon)licht goed de hoofdgesteltakken kan bereiken.
OPGEPAST bij het snoeien, het melksap dat vrij komt kan huidiritaties veroorzaken.
Ziekten
Wortelstengelaaltjes
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log inMarie Mul 4 jaar geleden
Dankjewel voor deze informatie, vooral de toevoeging van soorten vind ik heel fijn. Heb ik wat aan!
Groene groet van een medeblogster, Marie Mul