Praktische tips voor een diervriendelijke tuin (deel 5)
Zonder te proberen te vervallen in een lijstje met top 10 planten, probeer ik in dit deel toch een hoop praktische tips mee te geven hoe je je tuin diervriendelijk kan maken. Mijn praktische tips zijn geordend per diersoort, maar gelukkig zijn veel tips goed voor verschillende soorten dieren.
Ik zal verschillende soorten planten vermelden. Niet omdat ze de beste zijn, maar eerder als voorbeeld. We weten ondertussen dat ieder dier zijn eigen voorkeuren heeft en welke plant dan het beste is om die te helpen. Dit hangt dus heel hard af van welk dier je specifiek wil helpen en welke dieren er aanwezig zijn in de directe omgeving.
Vogels.
Het aantal vogels dat je in de tuin kan tegenkomen is relatief beperkt, er zijn ongeveer 30 soorten vogels die regelmatig in een tuin voorkomen, plus wat toevallige bezoekers. Maar bij de meeste mensen zal de verscheidenheid allicht beperkt blijven tot +-10 soorten.
Als je een grote vijver in je tuin hebt, kan je natuurlijk een hoop extra gasten aantrekken. En ook de mensen met een tuin van een paar 1000m² gaan meer bezoekers hebben. Maar de meesten onder ons hebben allicht een gemiddelde tuin van +- 150m². We zullen hier vooral zangvogels en duiven aantreffen.
Ook al zijn er een hoop vogels die graag in open ruimtes leven, de meeste zangvogels die in onze tuin voorkomen hebben toch voorkeur voor een omgeving met voldoende bomen en struiken. Niet alleen dienen die bomen als nestplaats en schuilplaats, ze zijn meestal ook een belangrijke voedselbron.
In een tuin voor vogels mag dus geen boom ontbreken, liefst meerdere in combinatie met een aantal struiken. Van heel je tuin een bos maken is ook weer niet nodig. Zoals in veel zaken is voldoende variatie belangrijk. Een tuin omringd door hagen en een stukje kruidenrijk gazon, een paar bloemenborders, een moestuin en een enkele struiken en een boom, heeft voor heel veel vogels iets te bieden. De perfecte aanvulling is een kleine waterpartij waar vogels zich kunnen komen wassen of waarvan ze kunnen komen drinken.
Bij keuze van bomen en struiken zou ik vooral gaan voor inheemse soorten. Een uitheemse soort zal mogelijk ook zeer interessante bessen of zaden hebben die als voedsel kunnen dienen, maar die zijn er enkel in bepaalde periodes. De rest van het jaar eten (die) vogels vooral insecten en die zijn vooral op inheemse planten terug te vinden. Een nest jongen heeft duizenden rupsen nodig. Bij onvoldoende inheemse bomen, waar deze rupsen op voorkomen, gaan er ongetwijfeld jongen verhongeren.
Als er plaats is voor meerdere bomen zou ik overwegen om minstens één vruchtdragende boom aan te planten (fruitboom, meidoorn, wilde kers, lijsterbes, …) en minstens één zaaddragende boom aan te planten (berk, eik, (haag)beuk, els, …) om variatie in voedsel aan te kunnen bieden.
Laat je echter niet misleiden door de beperkte grote die de boom heeft bij aankoop en zoek de volwassen grote op. Ook al duurt het meestal een paar tiental jaar voor de boom deze omvang bereikt, het is toch belangrijk om ze van in het begin de nodig ruimte te geven om te groeien. Spijtig genoeg zijn bomen regelmatig oorzaak van geschillen tussen buren, dus beter voorkomen dan genezen.
Als je niet genoeg plaats hebt voor een boom, kan je ook uitsluitend struiken aanplanten. Struiken zoals meidoorn, Gelderse roos, sporkehout, kardinaalsmuts, kornoelje en andere inheemse struiken zijn zeer goed voor vogels en laten zich meestal ook gemakkelijk snoeien.
Naast een belangrijke bron van voedsel zijn struiken en bomen dus ook belangrijke nest- en schuilplaatsen. Wintergroene bomen en struiken hebben het voordeel dat ze ook in de winter bescherming kunnen bieden. Inheemse soorten zoals hulst of den zijn goede kandidaten.
Ook al ben ik niet echt (een) fan van cipressen - ze worden vaak in tuinen gebruikt als haagplant of als solitaire boom - in de winter zijn deze bomen vooral magneten voor vogels, omdat ze de beste plek geven om even te gaan rusten of om te schuilen. Dus als je ze mooi vindt en er zijn weinig wintergroene bomen in de buurt, bega je geen doodzonde door er één aan te planten, ook al zijn ze niet inheems.
Water is een zeer belangrijk element in een diervriendelijk tuin. Niet alleen hebben dieren water nodig om te overleven, voor vogels is het ook belangrijk om regelmatig een bad te kunnen nemen. Een kleine vijver of een grote kom water is vaak al meer dan voldoende. Zorg voor een ondiep stuk in de vijver of een schuine kan zodat ze er gemakkelijk terug uit kunnen geraken.
Heb je echter meer plaats, dan kan je je vijver iets groter maken en een echte waterbiotoop creëren met waterplanten en oeverbegroeiing. Dit is weer heel interessant voor watervogels. Ook al zal je er een reiger plezier mee doen, ik zou toch niet kiezen voor een vijver met vissen. Als er niet genoeg schuilplaatsen zijn of ze zijn met te veel, eten vissen bijna al het andere leven op in de vijver.
Een stuk gazon is zeker geen verloren ruimte, op voorwaarde dat je wat onkruiden toelaat. Deze gaan op zich weer een hoop insecten aantrekken, wat dan weer interessant is voor vogels. Ook houden merels er van om in een stuk gazon op zoek te gaan naar wormen.
Bij het aanleggen van een bloemenborder kan je ook de planten afstemmen op de vogels. Als je een border maakt met voldoende (inheemse) bloemen die goed zijn voor insecten, dan help je daar ook de vogels mee.
Daarnaast kan je ook nog bloemen planten speciaal voor de zaden. Zo creëer je een natuurlijk buffet voor vogels in de herfst. Zonnebloemen zijn allicht de meest gekende bloemen met zaden voor vogels, maar ook veel andere (sier)planten hebben lekkere zaden voor vogels. Je kan hier zelfs speciale mengsels voor kopen om in je tuin te zaaien. Of je kan de overschot van vogelzaden in je tuin zaaien, maar de kans is dan groot dat je redelijk wat wild gras of granen gaat oogsten. Leuk voor in een verloren hoek, maar minder leuk voor in de border.
Als je in de winter graag vogels eten geeft met een zadenmengsel moet je daar trouwens ook voor oppassen. Op de plaats waar het voederbakje stond, zullen in de lente heel wat vergeten zaadjes gaan kiemen. En zo kan je heel wat wild gras in je gazon krijgen en mogelijk is dat ongewenst. Kies dus een goede plaats uit.
Concreet:
- Plant minstens één boom in je tuin, bij voorkeur meerdere.
- Kies voor een inheemse boom, het zijn vooral op deze bomen dat veel rupsen voorkomen.
- Vul aan met een aantal inheemse struiken voor extra voedsel en schuilmogelijkheden.
- Een groenblijvende boom of struik is mooi meegenomen als schuilplaats in de winter.
- Voorzie een waterelement of kleine vijver waar vogels zich in kunnen wassen.
- Maak je gazon insectenvriendelijk, plant bloembollen en laat wat onkruid toe.
- In de border kan je verschillende bloemen planten waarvan de zaden in trek zijn bij vogels.
Interessante links: Volkstuin Koersel
Vlinders.
In vergelijking met vogels, bijen en andere soorten insecten zijn er niet zo veel verschillende soorten vlinders. Maar ze zijn graag geziene gasten in de tuin.
Zoals we gelezen hebben in de voorgaande hoofdstukken, is er een groot verschil tussen : wat volwassen vlinders nodig hebben en wat goed is voor hun rupsen. Het is dus belangrijk dat je in een vlindertuin voldoende planten voor de rupsen van de vlinders voorziet (waardplanten).
En daar zit natuurlijk de moeilijkheid, daar er een 60-tal vlinders in België kunnen voorkomen en ze vaak elks aparte planten of plantenfamilie als waardplant hebben. Dus je zou al snel tientallen verschillende planten in je tuin moeten zetten als je voor alle soorten vlinders waardplanten wil voorzien. Dat is in een doorsnee tuin niet altijd mogelijk.
Veel vlinders zijn ook redelijk zeldzaam of komen vooral voor in het zuiden van ons land. Kijk dus zeker even na of een vlinder die je wil helpen bij jouw in de buurt voorkomt.
Dat brandnetel een waardplant is voor bepaalde vlinders zullen sommige wel weten. Als er over waardplanten gesproken wordt, is deze plant meestal het voorbeeld. Verschillende soorten vlinders leggen hun eitjes op deze plant en de rupsen eten er gretig van. Vlinders zoals de Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia, Kleine vos en Landkaartje. Brandnetel is geen evidente plant voor in de tuin, maar is wel belangrijk voor redelijk wat vlinders. Dit onderstreept dan het belang van ruige plekjes in een tuin maar ook in woonwijken voor het voortbestaan van deze vlindersoorten.
Brandnetels en bomen zijn een goede combinatie, ze geven schaduw waardoor brandnetels minder snel verdrogen. En dat verdrogen van brandnetels in onze droge hete zomers is een probleem aan het worden. Rupsen hebben niets aan verdroogde brandnetel en vlinders die afhankelijk zijn van brandnetels hebben het moeilijk.
Die bomen zelf zijn ook interessant voor bepaalde vlindersoorten. Welke boom belangrijk is voor de (Bruine) Eikenpage en Iepenpage zal je wel kunnen raden. Wilgen en populieren zijn waardplant voor de Grote vos, Grote en Kleine weerschijnvlinder en de Rouwmantel. Deze bomen kunnen dus schaduw geven aan je brandnetels.
Deze bomen zijn natuurlijk geen kleine bomen. Ze zijn geschikt voor de iets grotere tuin. Wilgen kan je echter gemakkelijk snoeien en als struik laten groeien. Dat is al iets handiger voor een kleinere tuin.
Gelukkig zijn er ook wat kleinere bomen en struiken die interessant zijn voor bepaalde vlinders. Het Groot geaderd witje legt eitjes op de meidoorn, sleedoorn en lijsterbes en die zijn al wat kleiner van formaat. Diezelfde sleedoorn is ook weer de waardplant voor Sleedoornpage, een zeldzame vlinder die in opmars is. Ook de Koningspage, die zeer zeldzaam is, heeft Sleedoorn als waardplant alsook de Pruimenpage.
Met de vuilboom of met sporkehout kan je dan weer de Citroenvlinder en het Boomblauwtje helpen. Boomblauwtjes kan je echter ook vinden op hulst en klimop. Groentjes hebben diezelfde hulst ook als waardplant, samen met brem en bosbessen.
Met een boom of twee en een paar struiken heb je al een mooie structuurrijke tuin. Nu enkel nog de tuin verder opfleuren met wat bloemen en grassen.
Voor veel vlinders zijn wilde grassen de waardplant, dus een bloemenweide met wat spontaan aangevlogen wilde grassen is voor hen belangrijk. Voor verschillende soorten Dikkopjes en Zandoogjes is wild gras de waardplant. En als er dan nog wat verschillende soorten klaver in die bloemenweide groeit, help je hier ook soorten zoals het Boswitje, Bruin dikkopje, Icarusblauwtje en het Klaverblauwtje mee. De bloemen in het wild stukje gras zijn dan ook een bron van nectar voor de volwassen vlinders.
Dat vlinders heel kieskeurig zijn op vlak van waardplanten maakt het niet gemakkelijk om ze in een tuin te helpen. Maar nu we dus aan bloemen en grassen zijn aangekomen als waardplant voor bepaalde vlinders, komt er een extra moeilijkheid bij en dat is namelijk het onderhoud.
De vlinders die grassen als waardplant hebben, overwinteren vaak ook in hetzelfde gras. En als er geen rupsen in het gras zitten, zijn de vlinders bezig met eitjes te leggen in het gras. Dat gras is dus in bijna elk seizoen belangrijk voor vlinders.
Maai je het gras voor de winter, dan voer je de overwinterende rupsen af samen met het grasmaaisel. Ook als je het laat liggen, is dat niet goed voor de rupsen en sterven ze alsnog, omdat ze op een meestal natte bodem komen te liggen. In de lente maaien is meestal ook geen optie, daar de rupsen meestal pas verpoppen in mei of juni. Als je wacht tot de zomer, maai je de bloemen die als bron van nectar dienen ook weg alsook de waardplanten zelf, waar de vlinders eitjes op leggen.
En om het nog erger te maken is niet maaien natuurlijk ook geen optie. Hierdoor ga je de bodem verrijken en verdwijnen de bloemen als eerste en daarna worden ook de grassen vervangen door brandnetels en bramen. Ook interessante planten, maar niet voor die Dikkopjes en Zandoogjes.
Maaistress krijg je er van, want geen enkel moment lijkt geschikt om te maaien en niet maaien is ook geen optie. Maar wat dan wel?
De gouden regel is dat je nooit alles tegelijk mag maaien, gefaseerd maaien dus. Bepaalde stukken maai je enkel in de vroege zomer en laat je dan tot het jaar daarna met rust. Dit is in de winter dan de schuilplaats voor de rupsen. Andere stukken maai je vroeger op het jaar of in de herfst. Dit maaisel voer je af, zodat je de verrijking van de bodem tegengaat. Dit is dan weer goed voor de bloemen en dus de belangrijkste voedselbron van de volwassen vlinders.
Heb je trouwens al eens een blik geworpen op een berm of grasveld in oktober? Allemaal strak gemaaid en gaan kort de winter in. Goed voor de bloemen, een drama voor vlinders waarvan de vlinders en poppen samen met het maaisel verdwijnen. Geen wonder dus dat vlinders, samen met andere insecten, sterk achteruit gaan. Zelfs op de plekken waar veel gras groeit zoals bermen, zijn ze niet gerust.
Vlinders uit de familie van de Witjes geven ons ook wat kopzorgen. Niet omdat ze moeilijk of zeldzaam zijn, het Klein koolwitje en Groot koolwitje zijn beide één van de meest waargenomen vlinders in België. Maar hun favoriete waardplanten kan je meestal in je moestuin vinden. Zoals hun naam verraad, zijn onder andere de verschillende koolplanten hun waardplant. De vlinder is leuk om naar te zien, maar een paar tiental rupsen op de bloemkool in je moestuin is meestal niet wat je graag ziet.
De afgelopen 2 jaar was er heel wat heisa rond de bestrijding van de buxusmot en sterfte bij jonge mezen. Nietsvermoedende mezen zouden rupsen van de buxusmot, die bespoten zijn met vergif, voeden aan hun jongen en ze zo de dood in jagen. Helemaal niet leuk natuurlijk.
Maar Koolwitjes komen nog vaker voor dan de Buxusmot en er zijn ook meer tuinen met een moestuin dan tuinen met buxus. De bestrijdingsmiddelen die nu verkocht worden om de rupsen van de Buxusmot te verdelgen zijn in de eerste plaats op de markt gebracht om rupsen van Koolwitjes te bestrijden. Dit even terzijde, maar ik ben er zeker van dat heel veel gif bij vogels terecht komen via de bestrijding van Koolwitjes.
Bloemkolen en dergelijke behoren tot de familie van de Kruisbloemigen en deze familie is dus belangrijk voor verschillende soorten vlinders. Klein en Groot witje had ik al vernoemd, maar ook Klein geaderd witje. Je kan dus evengoed een bloemkool planten voor vlinders en niet alleen voor jezelf.
Nog zo’n familie die aan onze moestuin is gerelateerd is de familie van de kruisbloemigen. Allicht de meest iconische vlinder van ons land heeft de kruisbloemige als waardplant, namelijk de Koninginnenpage. Onder deze familie vallen onder andere de groenten venkel en wortel. Wilde peen, die je vaak kan terugvinden in bermen en weilanden, is één van de favoriete waardplanten van de Koninginnenpage.
Knolvenkel (Foeniculum vulgare) is een meerjarige plant die vaak ook als sierplant wordt aangeplant. Deze is terug te vinden in veel tuincentra. Veel liefhebbers van vlinders planten deze plant dan ook in hun tuin in de hoop om de Koninginnenpage aan te trekken (ik pleit schuldig).
Look-zonder-look, pinksterbloem en judaspenning zijn ook kruisbloemigen en zijn dan weer specifiek goed voor het Oranjetipje.
Vlinderbloemigen is nog zo’n interessante plantenfamilie voor bepaalde vlinders, welke een link hebben met de moestuin. Verschillende soorten klaver, luzerne of wikke werden voor de komst van kunstmest massaal gezaaid als natuurlijke bodembemester om na de oogst de bodem terug te verrijken. Dat was goed nieuws voor Gele en Oranje luzernevlinders, welke specifiek op luzerne en wikke hun eitjes afzetten, maar ook voor de al eerder vernoemde vlinders die klaver als waardplant hebben.
Als je een moestuin hebt, zal het deze vlinders helpen wanneer de oude methode van bemesten terug word toegepast. Namelijk door het zaaien van groenbemesters. Het beste is zelfs om elk jaar een stukje van je moestuin voor een volledig jaar niet te gebruiken en enkel een groenbemester op te laten groeien.
Momenteel nog enkel te zien in tuintjes van oudere mensen, maar verschillende soorten viooltjes zijn ook waardplanten voor bepaalde vlinders. Dit zijn dan de Bosrandparelmoervlinder, Duinparelmoervlinder, Grote parelmoervlinder, Kleine parelmoervlinder, Zilveren maan en Zilvervlek. Veel van deze soorten zijn echter heel zeldzaam en de viooltjes waar ze eitjes op leggen komen vaak ook enkel voor op specifieke biotopen zoals bosranden of duinen. En enkel wat viooltjes in een bloempot op de vensterbank zal niet volstaan. De viooltjes moet in volle grond staan zodat ze heel het jaar aanwezig zijn.
Er zijn nog een hoop andere vlinders die ik niet heb besproken, dus er valt nog genoeg te ontdekken. Op deze website kan je alvast al een mooi overzicht terug vinden: http://www.bilzenvlinderstad.be/waardplanten-vlinders
Veel van de waardplanten zijn ook een goede bron van nectar voor de volwassen vlinders. Vaak is het voor volwassen vlinders voldoende om een bloemrijke border te hebben. En in veel tuinen kan je (uitheemse) sierplanten zoals lavendel, zonnehoed, ijzerhard of vlinderstruik terugvinden waar vlinders zot op zijn. Dus focussen op waardplanten is het belangrijkste.
Concreet:
- Plant één of een paar bomen in je tuin. Afhankelijk welke soort vlinders in de buurt voort komen zijn (inheemse)eik, iep, (bos of grauwe)wilg of populier een goede keuze.
- Bij gebrek aan plaats of als aanvulling kan je wat struiken aanplanten, keuze uit volgende soorten: sleedoorn, meidoorn, lijsterbes, vuilboom, wegedoorn of hulst.
- Ook klimop die in een boom groeit of op een afscheiding heeft meerwaarde.
- Laat naast de composthoop in de schaduw van een boom wat brandnetels groeien en zorg er voor dat ze niet uitdrogen in de zomer.
- Een bloemenweide met voldoende wilde grassen is ook een must. Echter heel belangrijk dat je nooit alles tegelijk maait, altijd wat hoog gras in de winter laten staan (zelfs t/m mei-juni).
- Een moestuin is de geschikte plek om een aantal vlinders te verwelkomen. Gebruik een rotatiesysteem voor je groentebedden en laat elk jaar één bed ongebruikt. Dit zaai je in met vlinderbloemigen die een heel jaar lang mogen groeien en bloeien. Eventueel kan je hierop ook een enkele of paar kolen op laten groeien als voedsel voor Koolwitjes.
- Gebruik venkel en wilde peen in je borders als sierplant, niet alleen goed bron van nectar maar ook waardplant voor Koninginnenpage.
- Planten zoals Grote kattenstaart of Kaasjeskruid kunnen ook perfect in een sierborder en zijn ook waardplant voor bepaalde vlinders.
- Laat ook verschillende soorten viooltjes verwilderen in je tuin.
- Veel vlinders zijn zeldzaam geworden, kijk welke vlinders in je buurt zijn om de planten daarop af te stemmen.
Lees in het volgende deel wat je kan doen voor nachtvlinders en wilde bijen: Diervriendelijk tuinieren: praktische tips (deel 5b)
Lees de andere delen:
Diervriendelijk tuinieren: meer dan lijstjes volgen. (deel 1)
Diervriendelijk tuinieren: ga niet voor de adult only snackbar. (deel 2)
Diervriendelijk tuinieren: de impact van het oog en de tong op plantenkeuze (deel 3)
Diervriendelijk tuinieren: tijd voor actie (deel 4)
Diervriendelijk tuinieren: praktische tips voor vogels en vlinders (deel 5a)
Diervriendelijk tuinieren: praktische tips voor nachtvlinders en wilde bijen (deel 5b)
Maarten Wielandts
Eat Sleep Garden Repeat
Volg me op Facebook.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in