Duindoorn is een plant die zeer goed gedijt op droge grond. Aan de kalkrijke duinen is Duindoorn in overvloed te vinden, omdat deze ook zout en zeewind verdraagt. Zorg in de tuin altijd voor een zonnige standplaats.
De twijgen zijn gedoornd, de bladeren zijn witzilver van kleur. De vrouwelijke bloemen krijgen bessen, mits ze bestuifd worden door een mannelijke Duindoorn.
Duindoorn is een bladverliezende heester die maximaal 400 centimeter hoog wordt. Na de bloei in april en mei met groene bloemetjes bij mannelijke planten en gele bloemetjes bij vrouwelijke planten, ontstaan er oranjegele bessen in september, oktober en november die geschikt zijn om te eten.
Duindoorns zijn echte pionierplanten
Van de duindoorn heeft men fossiele stuifmeelkorrels gevonden die bijna 10.000 jaar oud waren. Hieruit heeft men af kunnen leiden dat het een van de pionierplanten was die die zich vlak na de ijstijd in onze streken vestigde. Zonder twijfel koloniseerde de struik toen bij ons de gletsjerbeddingen op dezelfde wijze als hij dat nu in Europa doet. De Duindoorn is in staat uitlopers te vormen, die de grond met hun wortels bijeenhouden en al snel tot bosjes uitgroeien. Net als andere pionierplanten heeft de duindoorn veel licht nodig om goed te kunnen gedijen. Ook bezit hij het vermogen stikstof uit de lucht op te nemen en dit in een voor andere planten bruikbare vorm in de grond te brengen. Deze eigenschap bezorgt de duindoorn haar ondergang op die plaats want zodra hij gezorgd heeft voor een stabiele, vruchtbare bodem, verschijnen er grotere bomen in de natuur die het licht en haar standplaats ontnemen die hij nodig heeft. In ons land vindt je hem hierom vrijwel alleen nog maar in de duinen. De geslachtsnaam Hippophae is afgeleid van de Griekse woorden en betekent "het paard doen glanzen" vroeger gebruikten ze het sap uit de bessen hiervoor.
Duindoorn bessen zijn eetbaar.
De vrij zure smaak schrikken veel mensen af, maar de bessen van de duindoorn kunnen met de goede bereiding juist heerlijk en verrassend zijn!
Per honderd gram bevat de duindoornbes zo’n 200 tot 1300 milligram vitamine C. Dat is net zoveel als zeven citroenen!
In april en mei krijgt de Duindoorn mooie kleine, groene bloemetjes. Vanaf augustus veranderen de nietige bloemetjes ineens in feestelijke, feloranje bessen. Laat de stekels je er niet van weerhouden om een paar takken af te knippen, want de duindoornbes is een veelzijdige smaakmaker en doet het geweldig in de keuken.
Oogsten kan tot in de winter.
Als je de bessen gaat oogsten, neem dan dikke handschoenen en een snoeischaar mee. Je knipt de takken af die dik bezet zijn met bessen. Vervolgens leg je de takken met bessen en al in de vriezer. Door het bevriezen kun je de bessen na 24 uur makkelijk van de takken schudden.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in