Heester, Winterhard, bladverliezend.
De erwtenstruik (Caragana) behoort tot de familie van de vlinderbloemigen en fixeert via een samenwerking met bacterien in haar wortels stikstof in de bodem. Hierdoor bemest de plant zichzelf en eventueel planten die eromheen staan. Mede hierdoor groeit de plant prima op schrale grond.
De erwtenstruik bloeit op kortloten aan tweejarig hout. De plant bloeit het best als een koude winter wordt gevolgd door een hete zomer. Aangezien de struik nogal langzaam groeit, moet je blij zijn met scheuten waaraan bloei verschijnt.
Ze hebben fraai blad en delicate geel, witte of roze lathyrusachtige bloemen.
Bloei: mei/juni.
Na de bloei verschijnen in de herfst geelachtige, lange peulen aan de struik.
De zaden uit deze peulen zijn eetbaar zowel vers als gekookt. Ze hebben een lichte erwtensmaak. Oogsten: sept/okt
Caragana arborescens ‘Pendula’ die in treurvorm afhangende takken heeft met een maximale lengte van 125cm.
Caragana arborescens 'nana' groeit langzaam tot circa 75cm hoog en breed. Heeft gedraaide takken en is een ongewone plant.
Plantvoorschriften algemeen
Deze plant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende, zandige bodem. Heeft een voorkeur voor neutrale tot basische grond (ph = 7 - 9). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Deze plant is in haar jonge jaren eenvoudig met allerlei vaste planten te combineren. Later alleen nog maar met 'bosrand' en 'bosplanten'.
Onderhoud
Meestal wordt de struik niet gesnoeid. Het is ook niet echt nodig. Aangezien de struik nogal langzaam groeit, moet je blij zijn met scheuten waaraan bloei verschijnt. Snoeien kan wel op jonge leeftijd van de struik worden uitgevoerd. Snoeien is dan vooral gericht op het bevorderen van vertakken en een bossige groei.
Snoei eind winter, begin voorjaar minimaal.
Vermeerderen door kruidachtige stekken in het voorjaar.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in