Betula / Zilver berk

De ongeveer 40 berkensoorten komen voor in de noordelijke gematigde gebieden van Europa, Azië en Noord-Amerika. De meeste ontwikkelen zich tot bomen, die zich kenmerken door hun fijnvertakte, gracieuze groeiwijze, het tere groen van het uitlopende blad, de gele herfstverkleuring en de vaak verblindende stammen. De bladeren zijn verspreid, ongedeeld, meestal sterk gezaagd en donkergroen. Al in de herfst worden de bloemkatje aangelegd. De mannelijke overwinteren naakt, de vrouwelijke beschut door knopschubben. In het vroege voorjaar ontwikkelen de mannelijke bloeiwijzen zich tot lange, slap neerhangende katjes. De vruchten zijn éénzadige, tweevleugelige nootjes, die bij de rijping van de vrucht afvallen. Hun oppervlakkig groeiende, sterk zuigende wortels concurreren sterk met iedere ondergroei.
De breed uitgroeiende Betula medwedewii en de populaire treurberken behoren tot de populairste solitairen voor de tuin. 
Plantvoorschriften algemeen
Zon - halfschaduw.
Planten na en voorjaar. Groeien het best op een open plek.
Alle redelijk vruchtbare grond - vochtig - zandig - ze houden alleen niet van lichte kalkrijke grond. Meng wat organische mest in het plantgat.
Staan even goed in een informele tuin als in een moderne vormgeving.
Krokussen staan mooi aan de voet.
Onderhoud
De boom geeft geen extra voeding nodig, hij kan best voor zichzelf zorgen, en hij profiteert van de mest die u aan de omgeving heeft.
Een berk hoeft niet gesnoeid te worden en als u het toch nodig acht doe het in de winter omdat hij in de bloei zeer sterke sapstromingen heeft.
Snoeien kunt u wel doen om hem binnen de perken te houden, zoals het verwijderen van de top.
In rusttoestand verplanten.
Mulchen is niet echt nodig, maar schept een natuurlijke sfeer.
Ziekten
Berke en bladboorders - bladluis - kevers

Betula / Zilverberk
Boom. Winterhard.
Tot 20m hoog indien niet getopt.
Is onmiddellijk te herkennen aan de bijzondere bast die vaak afschilfert. Krijgt een mooie herfstkleur.
Bloeit met gele katjes. Maart-april. De katjes worden 2-4 cm lang.
De twijgen zijn meestal overhangend. De bladeren worden 3-7 cm lang, eirond tot ruitvormig, spits en kaal.
Mits snoeien ook geschikt voor kleinere tuin.
Langzaam groeiend voor een boom.