Polyanthe - floribunda rozen / trosrozen (soort)

Heester. Winterhard. Tot de trosrozen behoren de Polyantha- ( kleinbloemige trosrozen ) en Floribunda rozen ( grootbloemige trosrozen). Beide vormen, tot in de late herfst, onophoudelijk, grote trossen met vele bloemen.
Trosrozen bloeien niet met één bloem per steel, zoals bij de grootbloemige rozen, maar met hele trossen rozen tegelijk. Er is geen enkel ander type roos dat zoveel bloemen geeft, zo lang bloeit en in zoveel kleuren. Bovendien hebben ze maar weinig verzorging nodig en is de snoei eenvoudig.
De hoogte varieert meestal tussen de 40 en 80 cm en wordt in hoge mate bepaald door variëteit, snoeiwijze e.d.
Trosrozen zijn er in tal van kleuren; wit, roze, rood, oranje, wit, geel, enz.
Bloei: juni-nov.
Plantvoorschriften algemeen
Meestal geplant in grotere aantallen in perken, maar de laagblijvende zijn ook geschikt voor potten.
Planten liefst in de late herfst als het rozen zijn met kale wortel. Rozen in containers kan je het jaar rond planten, behalve bij lange droge periodes of vriesweer. Je plant struikrozen normaal 45-60cm uit elkaar, maar dit is afhankelijk van de variëteit.
Ze verlangen een standplaats in de zon en uit de wind met een goede luchtcirculatie en vruchtbare grond. Ze gedijen niet in de schaduw, onder bomen, te dicht bij andere planten en op te vochtige grond.
Zien de wortels er droog uit dan zet je ze vooraf enkele uren in water tot ze goed vochtig zijn. Doe dit ook met containerpotten door deze in een emmer water te plaatsen. Verwijder beschadigde groei en snij de uiteindjes van de wortels wat af. Kort indien nodig de takken met de helft in als deze te lang zijn. Het plantgat moet ruim genoeg zijn en zo diep dat de oculatieplaats 2,5 cm onder de grond komt. Doe onder in het plantgat wat tuincompost en beendermeel. Spreid de wortels mooi uit en vul het gat op. Schud de roos daarbij iets heen en weer, zodat de grond mooi tegen de wortels aansluit. Druk na het vullen de grond stevig aan en geef ruim water.
Snoei een nieuw geplante struikroos tot ongeveer 8cm boven de grond op naar buiten gerichte knoppen
Onderhoud
Rozen verbruiken veel voedingsstoffen en putten de grond snel uit. Ze verlangen daarom regelmatig een mestgift. Strooi bij elke roos in de lente een 25/50gram kunstmes. Hark het licht in. Ook voor de rozen een tweede maal gaan bloeien is een mestgift welkom. Geef echter laat in de zomer geen mest meer. In het voorjaar kan je ook een 8cm dikke mulchlaag aanbrengen. Goed verteerde stalmest is hiervoor ideaal. Het bevorderd de groei en verstikt onkruidzaad.
Rozen hebben ook veel water nodig, vooral als ze net geplant zijn. Geef rozen daarom steeds ruim water zodat de wortels goed doordrenkt worden. Gevestigde rozen zijn diepgeworteld en overleven lange droge zomers. De bloemen zijn dan wel kleiner.
Geef tijdens het bloeiseizoen ook geen water in volle zon hierdoor bederven de bloemen. Rozen in bakken vragen om de dag water.
Verwijder steeds ook de wilde scheuten. Deze zijn meestal dunner en lichter groen. Scheur de wilde scheut van de wortel. Afsnijden komt overeen met snoeien en bevorderd vaak nieuwe krachtige groei. Snij alleen indien het niet anders kan.
Vaak is het nodig om wat aarde weg te halen zodat je de scheut van de onderstam kan verwijderen. Vul deze daarna wel terug aan.
Verwijder tijdens de bloeiperiode verwelkte bloemen om nieuwe bloei te stimuleren. Stop hiermee in de herfst.
Snoeien.
Je snoeit rozen tijdens de rustperiode. Dat is vanaf de bladval tot het uitlopen in de lente. Snoei nooit tijdens vorstperiodes.
Snoei de roos in de herfst of lente behoorlijk ver terug door niet productieve scheuten te verwijderen en de hoofdscheuten te verkorten zodat er een evenwichtig gestel ontstaat. Maak altijd een scherpe schuine snede boven een knop die in de richting staat waarin de scheut zich moet ontwikkelen, meestal een naar buiten gerichte knop. Verwijder altijd dode en afstervende scheuten, kruisende stengels en dunne spichtige stengels.
Ziekten
Bladluis-meeldauw - regelmatig controleren en bespuiten indien nodig