Jeneverbes (Juniperus) is een geslacht van de coniferen. Het geslacht telt een vijftig à zestig soorten.
Hij kan als zuilvormige boom of als laaggroeiende of kruipende struik groeien. De zuilvormige boom wordt ook wel ‘ Cipres van het Noorden' genoemd. Jaargetijden kent de altijd groene jeneverbes slechts tijdens zijn bloei in mei.
Jeneverbes bloeit in april/mei en is tweehuizig, d.w.z. dat mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op één plant voorkomen. Beide bloeiwijzen verschijnen in mei. De mannelijke bloemen zijn geelachtig, de vrouwelijke lichtgroen. Ze zijn weinig opvallend. Het stuifmeel wordt door de wind meegevoerd.
Het rijpen van de bessen strekt zich uit over twee jaar. De vrouwelijke zaadschubben vormen in het eerste jaar zwartblauwe (schijn)bessen. Pas na de overwintering nemen zij een donkerblauwe kleur aan, waarover een waslaag ligt met een licht dauweffect. De zaden zijn zwak driekantig, lichtbruin en met een harde schil.
De schors is grijs-tot roodbruin, dun, vrij glad en laat bij oudere planten los in de vorm van lange, pluizige schilfers.
Jeneverbes groeit heel langzaam omdat hij veel zijtakken vormt.
Plantvoorschriften algemeen
Jeneverbes houdt van een droge humusarme, maar wel mineraalrijke bodem. Leemgrond is daarom zeer geschikt. Hij heeft veel zon nodig om de bessen tot rijping te laten komen. In de winter kan hij goed vorst verdragen, in de zomer aanhoudende droogte. Hij staat mooi in combinatie met den, berk, heide, brem, lijsterbes, wilde rozen, toortsen, anjers, tijm en grassen. Hij is ook geschikt voor heggen. Verplanten verdraagt hij niet goed.
Onderhoud
Jeneverbes hoeft niet gesnoeid te worden. Door het verwijderen van de zijtakken ontstaan er kale plekken, die nooit meer dichtgroeien.
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in