Het allerbelangrijkste aan je eigen tuin vormgeven is om eerst zoveel mogelijk informatie over je tuin te verzamelen. Welke bodemsoort? Schaduw of zon? Veel wind of niet? Maar ook: wie zal er allemaak gebruik maken van de tuin en wat zullen de hoofdbezigheden zijn? Tuinparty’s, een hondenweide, een ravotbosje, een moestuin? Hoe meer vragen je kan beantwoorden, hoe beter.
Het basis tuinplan
Als je een tuin wil ontwerpen heb je meestal een plan nodig. Je kan op de ouderwetse manier met een rolmeter je tuin volledig opmeten en dit optekenen op een groot blad.
Ben je technologisch onderlegd, dan kan je naar geopunt.be gaan: een professionele Google Maps. Je kan er alle mogelijke informatie over je stuk grond vinden: historische kaarten van enkele eeuwen oud, kadasterplannen, de meest recente luchtfoto’s, you name it. Geopunt heeft een handige meetfunctie waarmee je op een luchtfoto zelf alle afstanden kan meten. Met een printscreen heb je een plattegrond in de hand.
Speel met verschillende hoogtes van planten, struiken en bomen om een gevarieerd zon- en schaduwspel te krijgen.
Een tuin ontwerp je in minstens drie dimensies. Duid op het plan aan waar het noorden is. De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Teken alle objecten die schaduw werpen: hoge bomen, je huis, je tuinhuis… en teken ook de schaduwzones. Hou er rekening mee dat de zon beweegt en dat ze in de voor- en namiddag langere schaduwen werpt.
Met de opwarming van ons klimaat denk je best na over waar je meer schaduw wenst. Duid aan waar de schaduwwerpers, de bomen dus, moeten komen. Hou er uiteraard rekening mee dat bomen hoger dan twee meter wettelijk op minstens twee meter van de perceelgrens moeten staan. Speel met verschillende hoogtes van planten, struiken en bomen om een gevarieerd zon- en schaduwspel te krijgen.
De grote lijnen
Je huis is de centrale plaats, hier spendeer je het meeste tijd. Dit noemen we zone nul. We gaan de tuin volgens de permacultuurprincipes indelen in vijf zones. Zone één is waar je het meest komt, zone vijf waar je het minst komt. Hoe verder van huis, hoe minder intensief het onderhoud. Je keukenkruiden zet je toch naast de keuken en niet op het einde van de tuin?
Combineer zoveel mogelijk
Laat je creatieve zelf naar boven komen en maak een minitekening van alle elementen die je in je tuin wil: een vijver, een serre, een bankje, een hangmat, bomen… Knip ze uit en speel ermee op je tuinplan. Meer nog: probeer eens om willekeurige dingen met elkaar te combineren, soms krijg je hierdoor zeer toffe ideetjes.
Wil je een serre, een kippenhok, een hangmat en een schaduwterras? Bouw het kippenhok naast de serre, de kippen zorgen voor warmte en mest voor de serre. Aan de noord- of schaduwzijde teken je het terras. De hangmat misschien in de serre hangen, om langer van de zomer te genieten? Wees creatief!
De bodem als bouwsteen
De bodem is het fundament van iedere tuin, alles valt of staat hiermee. Pas je planten dus aan aan de bodem en niet omgekeerd.
Via de website van de bodemkundige dienst kan je eenvoudig een pakketje bestellen, dan kan je enkele bodemstaaltjes nemen en opsturen. Voor je het weet krijg je een bodemverslag: is je bodem al dan niet zuur, heb je zand-, leem-, kleigrond of iets er tussen, is je bodem arm of rijk? Ook kan je zien of er zware metalen in de bodem zitten of niet, dit is handig en veilig om te weten als je een moestuin wil starten.
De juiste plant op de juiste plaats
Nu je weet waar je tuinhuizen, vijvers, bankjes en kippenhokjes komen is het tijd voor het allerbelangrijkste: de planten! Je hebt je tuin in zones ingericht, weet ongeveer waar de hoge en minder hoge planten komen, nu is het moment om die zones in te vullen.
We werken van hoog naar laag. We beginnen bij onze grootste vrienden: de bomen. Je gaat naar de website van Willaert of Van Den Berk en vult al je veroverde tuinkennis in: zon/schaduw, pH, grootte enzovoort. Op basis hiervan krijg je automatisch een lijst met de meest geschikte bomen.
Vasteplant.be is een van de betere websites om planten te kiezen en pfaf.org is de online bijbel van eetbare planten.
Onderhoudsarm please!
De wens die een tuinarchitect misschien wel het meest krijgt is: ik wil een onderhoudsarme tuin. Dit is perfect mogelijk, en één van de grootste wapens om dit te verwezenlijken is je mindset. Een onderhoudsarme tuin heeft veel te maken met wat je idee van schoonheid is. Hoe perfectionistischer je bent, hoe meer onderhoudswerk je zult hebben.
Er bestaan uiteraard ook werkelijk truukjes om het onderhoud tot een minimum te beperken. Zo is het gebruik van machoplanten een gamechanger, kan je je gazon beter tot een minimum beperken en zijn eetbare planten je beste vrienden: woekeren ze te veel, eet ze dan sneller op.
Blijf uiteraard ook denken aan het veranderende klimaat en langere periodes van droogte: kies planten die tegen een stootje kunnen en varieer in je plantenkeuze.
Je hebt nog tijd om je tuin te ontwerpen tot deze herfst, pas vanaf dat het wat koeler wordt is het het moment om te beginnen planten.
Gewoon doen
Een tuin zelf ontwerpen is als alsof je je oldtimer gaat restaureren. Je zou hem kunnen naar een garage brengen en je zal hier doorgaans een goed resultaat mee behalen. Maar de fun zit hem net in de passie van er zelf aan te sleutelen, te leren van je fouten, verrast te zijn door een onverwachte panne, maar vooral, de voldoening te voelen van het zelf gedaan te hebben en te genieten van de rit.
Meer info op www.commensalist.com of www.louisdejaeger.be
Inloggen is verplicht
Om een reactie te posten moet je ingelogd zijn
Log in